Ontbinding van de eigen arbeidsovereenkomst en recht op een billijke vergoeding van € 100.000,-

auteur: Maud de Bruijn


In vervolg op de signalering van mijn collega Martijn in week 7 (zie hier) heeft het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch op 2 juli jl. in de door een gezagvoerder van Ryanair aangespannen zaak eindarrest gewezen.

Wat was er ook alweer aan de hand?
Het Hof heeft op 6 februari 2020 in lijn met de kantonrechter in eerste aanleg geoordeeld dat Ryanair een billijke vergoeding verschuldigd is aan een van zijn gezagvoerders. De kantonrechter heeft de hoogte van deze billijke vergoeding begroot op € 350.000,- In hoger beroep heeft het Hof partijen de gelegenheid gegeven om zich nader uit te laten over de hoogte van de billijke vergoeding.

Hoogte billijke vergoeding
De gezagvoerder houdt primair vast aan de door hem verzochte billijke vergoeding van € 891.213,- bruto. Subsidiair verzoekt hij als billijke vergoeding het bedrag van € 852.024,- bruto (het bedrag van € 879.024,- bruto minus een correctie van € 27.000,- bruto, omdat hij ervan uitgaat dat gedurende een periode van drie maanden (april, mei en juni 2020) niet wordt gevlogen vanwege de gevolgen van de corona-uitbraak. Ryanair heeft de begroting van de billijke vergoeding van de gezagvoerder gemotiveerd bestreden.

Het hof heeft zich uitgelaten over de hoogte van de billijke vergoeding, met inachtneming van de door de Hoge Raad in ECLI:NL:HR:2017:1187 (New Hairstyle) – niet-limitatief – geformuleerde gezichtspunten. Deze gezichtspunten lenen zich ook voor toepassing in een geval als het onderhavige, waarin de billijke vergoeding is gegrond op artikel 7:671c lid 2, aanhef en onder b, BW. Daarbij geldt als uitgangspunt dat de rechter de billijke vergoeding dient te bepalen op een wijze die, en op het niveau dat, aansluit bij de uitzonderlijke omstandigheden van het geval (ECLI:NL:HR:2018:878 (Zinzia)).

Het Hof stelt vast dat de gezagvoerder in werkelijkheid geen inkomensschade heeft geleden, met name omdat – kort samengevat – de gezagvoerder van 1 mei 2019 tot en met 31 december 2019 salaris heeft ontvangen van zijn nieuwe werkgever Corendon. Niettemin is er in de uitzonderlijke omstandigheden van dit geval zeker aanleiding een billijke vergoeding toe te kennen. De gezagvoerder heeft in de omstandigheden geen andere uitweg gezien dan de kantonrechter ontbinding van zijn arbeidsovereenkomst te vragen. Dit betekende dat hij zijn vaste baan als gezagvoerder moest opgeven. Daar kreeg hij een onzekere toekomst bij Corendon voor terug, zoals hij onbestreden naar voren heeft gebracht. Gelet op alle door partijen aangevoerde omstandigheden in onderling verband en samenhang bezien, acht het een billijke vergoeding van € 100.000,- passend. Met een lager bedrag zou de gezagvoerder niet, althans onvoldoende zijn gecompenseerd voor het ernstig verwijtbaar handelen van Ryanair.

Het hof realiseert zich dat de billijke vergoeding van € 100.000,-, hoewel substantieel, aanzienlijk lager is dan het in eerste aanleg toegewezen bedrag van € 350.000,-. Voor een deel kan dat worden verklaard doordat in hoger beroep gegevens beschikbaar zijn over de inkomensschade van de gezagvoerder. Ook speelt mee dat onduidelijk is hoe de kantonrechter tot het bedrag van € 350.000,- is gekomen.

Al met al een arrest waarin goed te volgen is hoe het Hof tot een begroting van de billijke vergoeding komt. Lees hier de volledige uitspraak.

Auteur: Maud de Bruijn

Next Post Previous Post