De NOW in Vogelvlucht

De op 31 maart jl. verschenen Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor behoud van Werkgelegenheid (hierna: de NOW-regeling) biedt bedrijven en instellingen die kampen met een substantiële omzetdaling door middel van een subsidie de helpende hand. In deze nieuwsbrief hebben we voor u de belangrijkste onderdelen van deze regeling uiteengezet.

Voor Wie?

De NOW geldt voor werkgevers die worden geconfronteerd met een omzetdaling van ten minste 20% door buitengewone omstandigheden die buiten het normale ondernemersrisico vallen. Natuurlijk wordt hierbij meteen gedacht aan de gevolgen van de coronacrisis. De werkgever hoeft echter niet aan te tonen in welke mate de buitengewone omstandigheden de omzetdaling hebben veroorzaakt. Wel roept de minister werkgevers op om (moreel) verantwoord met deze noodmaatregel om te gaan.

De omzetdaling moet zich voordoen over een aaneengesloten periode van drie maanden, waarvan de eerste dag valt op 1 maart, 1 april of 1 mei 2020. De werkgever kiest zelf de startdatum van deze meetperiode. Om de omzetdaling vast te stellen moet de omzet in de meetperiode worden vergeleken met 25% van de totale omzet van 2019.

Wat?

De NOW voorziet in een financiële tegemoetkoming van maximaal 90% van de loonkosten over de periode van 1 maart t/m 31 mei 2020.

De hoogte van de subsidie is afhankelijk van de omzetdaling: het maximumpercentage van 90% van de totale loonsom wordt uitbetaald bij een omzetdaling van 100%. Is de omzetdaling lager, dan wordt de subsidie evenredig lager vastgesteld.

De voorschotsubsidie wordt gebaseerd op het loon van alle werknemers in januari 2020. Als die gegevens niet beschikbaar zijn, wordt november 2019 als basis genomen. De loonsom van alle werknemers met sociaalverzekeringsloon komt in aanmerking voor subsidie, dus ook het loon van werknemers met een flexibel contract. Niet-verzekerde DGA's en vrijwillig verzekerde werknemers vallen niet onder de NOW. Hun loon komt dan ook niet in aanmerking voor subsidie.

De hoogte van de loonkosten is gemaximeerd op EUR 9.538 (inclusief bonus en andere vaste beloningscomponenten) per werknemer. Omwille van de uitvoerbaarheid is gekozen voor een forfaitaire opslag van 30% voor werkgeverspremies, de pensioenbijdragen en de opbouw van de vakantiebijslag.

De definitieve subsidie wordt gebaseerd op de daadwerkelijke loonsom van de driemaandsperiode maart t/m mei 2020. Als het daadwerkelijk betaalde loon lager blijkt te zijn dan de loonsom in januari 2020, dan zal de definitieve subsidie lager uitvallen en moet de werkgever terugbetalen. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn als de werkgever werknemers nadien heeft ontslagen of het dienstverband niet heeft verlengd. De definitieve subsidie kan niet hoger uitvallen dan de loonsom waarop het voorschot is gebaseerd (de loonsom over januari 2020). Salarisverhogingen en indiensttreding van nieuwe medewerkers leiden niet tot een hogere totale loonsom.

Hoe?

De subsidie moet worden aangevraagd bij het UWV. Het digitale loket opent op 6 april om 09.00 uur en blijft open tot 31 mei 2020. Het UWV keert op basis van de verwachte omzetdaling eerst 80% van de subsidie uit in de vorm van een voorschot. Achteraf stelt het UWV op basis van de daadwerkelijke omzetdaling en de loonkosten de definitieve subsidie vast. Dit kan leiden tot nabetaling of terugvordering.

De werkgever doet de aanvraag via een online formulier van het UWV. Daarbij moet de volgende informatie worden overgelegd:

  • verwachte omzetdaling in procenten;
  • de aangesloten periode van drie maanden waarover de omzetdaling wordt verwacht;
  • het loonheffingennummer;
  • het rekeningnummer waarop de werkgever betalingen van de Belastingdienst inzake loonheffingen ontvangt; en
  • indien de werkgever na 31 augustus 2019 een werktijdverkorting-aanvraag heeft ingediend, het dossiernummer hiervan.

Per loonheffingennummer kan één aanvraag worden gedaan. Werkgevers die meerdere loonheffingennummers hebben, dienen meerdere aanvragen te doen om voor subsidie over de gehele loonsom in aanmerking te komen.

Als de volledige aanvraag niet voldoet aan de vereisten van de NOW-regeling, wordt de subsidieverlening geweigerd. Tegen deze beschikking kunnen (bestuursrechtelijke) rechtsmiddelen worden ingesteld. Formeel geldt op grond van de Regeling een beslistermijn van 13 weken na ontvangst van een volledige aanvraag (zie artikel 9 lid 1 van de Regeling). Minister Koolmees heeft aangegeven dat ernaar wordt gestreefd om het voorschot binnen 2 tot 4 weken na ontvangst van de volledige aanvraag te betalen. Het voorschot wordt in maximaal drie termijnen betaald.

Omdat het gaat om een subsidie, moet de werkgever binnen 24 weken na afloop van de gekozen periode van drie maand en het UWV verzoeken om vaststelling van de subsidie (zie artikel 14 lid 1 van de Regeling). De werkgever zal bij deze aanvraag de definitieve omzetgegevens moeten aanleveren. De wijze waarop dit moet gebeuren, is afhankelijk van de grootte van de onderneming. Dit kan gebeuren op basis van een accountantsverklaring. Binnen 52 weken na ontvangst van deze aanvraag wordt de definitieve subsidie vastgesteld (zie de brief van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan de Tweede Kamer van 3 april 2020).Door een termijn van 52 weken aan te houden bestaat voldoende tijd om, ook bij een grote hoeveelheid aanvragen, een goede controle te verrichten van de verzoeken om vaststelling en de daarbij aangeleverde gegevens. Bij afrekening kan er dus sprake zijn van terugvordering of nabetaling.

Zowel tegen het besluit tot subsidieverlening (het voorschot) als het besluit tot subsidievaststelling (de definitieve subsidie) kan zoals gezegd bezwaar, beroep en hoger beroep worden ingesteld. Het bestuursprocesrecht inzake subsidieverlening is daarbij onder meer van toepassing (titel 4.2 Awb). Gelet op onze ruime bestuursrechtelijke ervaring, kunnen wij u hierbij adviseren.

Verplichtingen werkgever

  1. Betaling loonkosten
    De subsidie is uitsluitend bedoeld om aan te wenden voor de loonkosten. Van de werkgever wordt verwacht dat hij de werknemers zoveel mogelijk volledig doorbetaald.

  2. Geen bedrijfseconomisch ontslag
    Van de werkgever wordt verlangd dat hij gedurende de subsidieperiode niet tot bedrijfseconomisch ontslag zal overgaan. Een bedrijfseconomisch ontslag is echter (anders dan dit aanvankelijk leek) niet verboden. Wel heeft dit gevolgen voor de hoogte van de subsidie. Het UWV zal voor de vaststelling van de subsidie bij wijze van boete de loonsom verminderen met 1,5x het loon van individuele werknemers waarvoor een ontslagaanvraag is ingediend. In de NOW-regeling is een bedrijfseconomisch ontslag op basis van een beëindigingsovereenkomst (vaststellingsovereenkomst) niet verboden. Gelet op de strekking van deze bepaling sluiten wij niet uit dat dit alsnog als voorwaarde wordt opgenomen.
    Ontslagen om andere redenen, zoals disfunctioneren of een verstoorde arbeidsrelatie, of het niet verlengen van een tijdelijk contract, zijn niet uitgesloten. Wel kan dit leiden tot een verlaging van de subsidie, indien hierdoor de daadwerkelijke loonsom lager uitvalt dan de loonsom over januari 2020.

  3. Medezeggenschap
    De werkgever zal het medezeggenschapsorgaan (OR of personeelsvertegenwoordiging) moeten informeren over de subsidieverlening. De werkgever heeft een informatieplicht over de wijze waarop hij zich inspant om doorbetaling van de lonen te realiseren en werkgelegenheid zoveel mogelijk te behouden.

  4. Verantwoording
    Tot slot moet de werkgever tot vijf jaar na de datum van vaststelling van de subsidie een controleerbare administratie voeren van alle van belang zijnde gegevens.

Tot zover voor nu. Dit zal zeker niet de laatste nieuwsbrief over dit onderwerp zijn. Wij houden u op de hoogte van de verdere ontwikkelingen.

Voor vragen of overleg over de NOW-regeling of andere arbeidsrechtelijke gevolgen van het coronavirus kunt u altijd contact opnemen met een van onze medewerkers.

E-mail: info@vandenbrekeladvocaten.nl
Telefoonnummer: 010 – 4360 733
www.vandenbrekeladvocaten.nl

De inhoud van deze nieuwsbrief is met grote zorg samengesteld. Er kunnen echter op geen enkele manier rechten aan worden ontleend. Van den Brekel advocaten aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade die het gevolg is van onjuistheid of onvolledigheid (in de meest ruime zin des woords) van de inhoud van deze nieuwsbrief. De nieuwsbrief is uitsluitend bestemd voor informatiedoeleinden en kan niet worden aangemerkt als een juridisch advies.

Next Post Previous Post