Zorgplicht werkgever bij opnemen vakantiedagen

auteur: Martijn Devilee

Max-Planck/Shimizu (Hof van Justitie EU 6 november 2018, C-684/16)

In deze uitspraak van het Europees Hof van Justitie wordt antwoord gegeven op de vraag of het Unierecht in de weg kan staan aan een nationale regel die de (afkoop van) vakantierechten van werknemers doet vervallen.

Het antwoord daarop is kort gezegd: ja. En dat heeft grote gevolgen voor werkgevers.

De heer Shimizu heeft bij het einde van zijn dienstverband op 31 december 2013 nog 51 vakantiedagen openstaan die hij in 2012 en 2013 niet heeft opgenomen. Bij brief van 23 december 2013 heeft hij om uitbetaling van de niet-genoten vakantiedagen verzocht. Het Duitse bedrijf Max-Planck wil deze dagen niet uitbetalen, omdat deze zouden zijn vervallen. In de Duitse nationale wet staat namelijk dat vakantiedagen vervallen na het einde van het jaar waarin deze dagen werden opgebouwd.

In Nederland bestaat de regel dat in beginsel de wettelijke vakantiedagen zes maanden na de laatste dag van het kalenderjaar waarin de aanspraak daarop is verworven, vervallen. Onverminderd deze regel vervallen alle rechtsvorderingen ten aanzien van aanspraken van vakantierechten vijf jaar na de laatste dag van het kalenderjaar waarin de aanspraak is ontstaan. Aan het einde van het dienstverband heeft de werknemer het recht de nog openstaande, niet-genoten vakantiedagen uit te laten keren tegen een financiële vergoeding.

Is de nationale regel inzake vervaltermijn vakantiedagen strijdig met de Europese wetgeving?

In de Europese wetgeving staat over het recht op vakantie het volgende. Iedere werknemer heeft recht op (jaarlijkse) vakantie met behoud van loon. Dat staat in artikel 31, lid 2 van het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie. In artikel 7 van Richtlijn 2003/88/EG staat daarnaast dat niet-genoten vakantiedagen bij beëindiging van het dienstverband kunnen worden vergoed.

Meestal kan een werknemer geen rechtstreeks beroep doen op Europees recht maar er zijn uitzonderingen. Het Europees Hof heeft twee keer een uitzondering gemaakt. Het Hof heeft nu een derde uitzondering gemaakt. Het Hof oordeelt in de Max-Planck zaak dat de hiervoor genoemde bepalingen van het Europese Unierecht in de weg kunnen staan aan het doen vervallen van niet-opgenomen vakantiedagen, of van het recht van het financieel vergoeden van deze dagen. Het Hof vindt dat moet worden voorkomen dat de verantwoordelijkheid tot het opnemen van de vakantiedagen volledig bij de werknemer komt te liggen. Het Hof roept daarom een zorgplicht voor de werkgever in het leven. De werkgever is met name gehouden om er concreet en in alle transparantie voor te zorgen dat de werknemer daadwerkelijk de mogelijkheid heeft om zijn jaarlijkse vakantie met behoud van loon op te nemen, en hem er zo nodig formeel toe aan te zetten dat te doen.

Daarbij dient hij de werknemer op precieze wijze en tijdig te informeren dat de werknemer de vakantie die aan het einde van de referentieperiode of van een toegestane overdrachtsperiode niet is opgenomen, verliest. De werkgever draagt de bewijslast. Dit zal een nieuwe, althans verzwaarde zorgplicht voor de werkgever in het leven roepen.

Als de werkgever niet aan deze zorgplicht heeft voldaan, dan zal het vervallen van de vakantie-aanspraken alsook het niet uitbetalen van een financiële vergoeding voor de niet-opgenomen (maar wel vervallen!) jaarlijkse vakantie, de Richtlijn schenden.

Wat betekent deze uitspraak nu voor de praktijk?

De Max-Planck uitspraak zal als gevolg in Nederland kunnen hebben dat er voorbij wordt gegaan aan de vervaltermijnen, omdat de werkgever zijn zorgplicht heeft geschonden. Dat kan leiden tot (grote) toewijsbare claims.

Daarom zullen werkgevers rekening moeten houden met een (verzwaarde) zorgplicht dat werknemers vakantiedagen opnemen. Dit betekent onder meer:

  • zet de werknemer er toe aan vakantie op te nemen;
  • informeer de werknemer op precieze wijze en tijdig over eventueel verval van de vakantieaanspraken;
  • voorkom dat de werknemer te lang op zijn/haar tenen blijft lopen;
  • zorg ervoor dat het opnemen van vakantiedagen altijd bespreekbaar is.


Het is dus van groot belang werknemers goed en tijdig te waarschuwen voor het vervallen van de vakantiedagen, alsmede ze te stimuleren de vakantiedagen op te nemen en ze de ruimte geven om de vakantiedagen ruim voor de vervaldatum op te kunnen laten nemen. Daarnaast is de verwachting dat werknemers naar aanleiding van deze uitspraak claims zullen instellen. Wij adviseren werkgevers en werknemers hierover juridisch advies in te winnen. Van den Brekel Advocaten staat voor u klaar en weet precies hoe te handelen.

Next Post Previous Post