De regeling compensatie transitievergoeding treedt op 1 april 2020 in werking

Het is bijna zover: vanaf 1 april 2020 kunnen werkgevers een compensatie bij het UWV aanvragen voor de transitievergoeding die zij hebben betaald aan werknemers wiens arbeidsovereenkomst is beëindigd wegens langdurige arbeidsongeschiktheid. Het gaat om transitievergoedingen die op of na 1 april 2015 zijn betaald. Voor transitievergoedingen die zijn betaald voor 1 april 2020 dient de aanvraag voor 1 oktober 2020 te zijn ingediend. Voor overige gevallen geldt dat de compensatie uiterlijk zes maanden na volledige betaling van de transitievergoeding moet zijn aangevraagd.

Om in aanmerking te kunnen komen voor de compensatie moet aan een aantal cumulatieve voorwaarden worden voldaan. Deze zijn:

  • De arbeidsovereenkomst is beëindigd wegens langdurige arbeidsongeschiktheid;
  • De werknemer was nog arbeidsongeschikt bij het einde van de arbeidsovereenkomst;
  • De werknemer had recht gehad op een transitievergoeding, als het contract niet was beëindigd met wederzijds goedvinden en
  • De werkgever heeft een transitievergoeding aan de werknemer betaald.

Het aanvragen van compensatie is mogelijk op basis van het formulier ‘Aanvraag compensatie transitievergoeding’, dat vanaf 1 april 2020 beschikbaar is (door in te loggen met eHerkenning) op het werkgeversportaal van het UWV. Naast het invullen van het formulier, zal de werkgever ook documenten moeten overleggen die onderbouwen dat hij aan de hiervoor gestelde voorwaarden voldoet. De volgende gegevens heeft het UWV van de werkgever nodig om vast te stellen dat hij in aanmerking komt voor een compensatie van de transitievergoeding:

  1. Dat sprake was van een arbeidsovereenkomst;
    De werkgever kan dit aantonen door de arbeidsovereenkomst met de desbetreffende werknemer te overleggen.
  2. Wanneer de arbeidsovereenkomst is beëindigd en hoelang deze heeft geduurd;
    De werkgever kan dit onderbouwen aan de hand van stukken waaruit blijkt dat de arbeidsovereenkomst wegens langdurige arbeidsongeschiktheid is beëindigd. Hierbij kan worden gedacht aan de beschikking van het UWV, de beschikking van de rechter of de beëindigingsovereenkomst.
  3. Dat de werknemer ziek uit dienst is gegaan;
    Een werkgever hoeft geen nadere gegevens op dit punt te overleggen, als de arbeidsovereenkomst wegens langdurige arbeidsongeschiktheid is opgezegd na toestemming van het UWV. Is de arbeidsovereenkomst beëindigd wegens een beschikking van de rechter of een vaststellingsovereenkomst, dan moet de werkgever verklaren:
    - dat de werknemer ziek was op het moment dat de arbeidsovereenkomst eindigde,
    - in welke periode de werknemer ziek is geweest en
    - wat de naam van de behandelend bedrijfsarts is die de werknemer heeft behandeld.
    De WIA-beschikking kan hiervoor als onderbouwing dienen.
  4. Dat de transitievergoeding aan de werknemer is betaald;
    Een werkgever kan aan de hand van een bankafschrift bewijzen dat hij de volledige transitievergoeding heeft betaald.
  5. Hoe de berekening van de transitievergoeding heeft plaatsgevonden;
    De werkgever kan dit aantonen aan de hand van de gegevens die zijn gebruikt voor het berekenen van de hoogte van de transitievergoeding (zoals de loonstrook van de desbetreffende werknemer). Ook kan de berekening van de transitievergoeding worden overgelegd.

De compensatie van de vergoeding is in hoogte beperkt. De compensatie bedraagt niet meer dan de transitievergoeding waarop de werknemer op grond van de wet recht zou hebben op het moment dat hij twee jaar ziek was. Loopt de arbeidsovereenkomst na deze periode dus nog enige tijd door (slapend of door een loonsanctie), dan wordt dat gedeelte niet door het UWV gecompenseerd. Daarnaast is in de compensatieregeling nog een tweede maximum opgenomen. Dit tweede maximum houdt in dat de compensatie niet meer bedraagt dan het tijdens twee jaar ziekte betaalde loon. Deze regel is voorlopig uitgesteld en zal dus niet per 1 april 2020 in werking treden.

Auteur: Leonore van ‘t Hoff

Next Post Previous Post