Geen recht op thuiswerken vanwege coronacrisis


Werknemers kunnen uit het overheidsadvies om tot september zoveel mogelijk thuis te werken, geen recht op thuiswerken putten. Zo oordeelde de kantonrechter Nijmegen afgelopen week naar aanleiding van een werkneemster die in verband met de coronacrisis in kort geding om arbeidsplaatswijziging verzocht.

Feiten en omstandigheden

De werkneemster is sinds 1 februari 2017 in dienst van VoC Grootkeukens (hierna: VoC), wisselend in de functie van medewerkster commerciële binnendienst en service coördinator. Op 15 maart 2020 heeft de directie van VoC de werknemers opgedragen tot nader order thuis te werken. Op 11 april 2020 is door de directie van VoC verzocht de werkzaamheden de week erna weer op kantoor te hervatten. Werkneemster is op 14 april 2020 in de ochtend naar werk gekomen, maar heeft diezelfde dag per mail om toestemming gevraagd om alsnog thuis te mogen werken. VoC heeft die toestemming verleend, onder voorbehoud dat werkneemster wel naar kantoor moet komen als dat noodzakelijk is.

Op 6 mei 2020 heeft de directie van VoC per mail aangekondigd dat de werknemers de week erna weer allemaal op kantoor moeten werken. Daarbij heeft de directie ook aangegeven welke maatregelen zijn genomen om iedereen veilig te kunnen laten werken. Hierop heeft de werkneemster op 7 mei 2020 naar aanleiding van de persconferentie van premier Rutte en het overheidsadvies om zoveel mogelijk thuis te werken verzocht om een aanpassing van de oproep om weer op kantoor te komen werken. Na verdere mailwisseling heeft de gemachtigde van VoC werkneemster gemaild dat zij als werknemer redelijke opdrachten, zoals het verschijnen op de werkplek, van haar werkgever dient op te volgen. Uiteindelijk heeft werkneemster op 29 mei 2020 VoC in kort geding gedagvaard.

Vorderingen

Werkneemster vordert nakoming van de schriftelijke toezegging om thuis te mogen werken. Zij stelt dat zij vanwege de coronacrisis en op grond van (artikel 2 van) de Wet flexibel werken (hierna: Wfw) toestemming heeft gevraagd en gekregen van haar werkgever om thuis te werken. Ook vordert werkneemster een wijziging van de arbeidsplaats in die zin dat zij tot 1 september 2020 thuis mag werken. Werkneemster neemt in haar privéleven de regels rondom social distancing heel serieus. Het geeft werkneemster een onveilig gevoel dat collega’s zich minder goed aan dergelijke regels houden. Door haar niet thuis te laten werken handelt de werkgever in strijd met goed werkgeverschap, haar instructiebevoegdheid en zorgplicht. Volgens werkneemster houdt VoC zich ten onrechte niet aan het overheidsadvies om zoveel mogelijk thuis te werken.

Oordeel kantonrechter

Tegen de vordering van werkneemster op grond van de Wfw, heeft VoC ingebracht dat ingevolge lid 16 van datzelfde artikel de wet niet op haar van toepassing is omdat VoC minder dan 10 werknemers heeft. Deze vordering wordt daarom afgewezen.

Wat betreft de arbeidsplaatswijziging oordeelt de kantonrechter dat dit, ook al is deze beperkt tot 1 september 2020, een ingrijpende wijziging is die niet in kort geding kan worden uitgesproken. Aangezien in kort geding geen uitspraak kan worden gedaan die de rechtstoestand tussen partijen vaststelt, is dat op zich al een reden voor afwijzing van de vordering.

Ook op inhoudelijke gronden is de vordering tot arbeidsplaatwijziging volgens de kantonrechter niet toewijsbaar. VoC heeft gemotiveerd en onderbouwd naar voren gebracht dat zij in verband met de coronacrisis meerdere maatregelen heeft genomen om een veilige werkplek te waarborgen. Onder meer is geprobeerd iedere werknemer een eigen kantoorruimte te geven. Dit alles is door werkneemster niet bestreden. Naar het oordeel van de kantonrechter is het aannemelijk geworden dat VoC passende corona-maatregelen heeft genomen. Dat werkneemster zou hebben ervaren dat maatregelen niet werden nageleefd, neemt dit niet weg. Niet is gebleken dat de corona-maatregelen stelselmatig worden overtreden op de werkvloer.

Naar het oordeel van de kantonrechter heeft VoC aannemelijk gemaakt dat werkneemster op de werkvloer nodig is. Het zeer algemeen geformuleerde overheidsadvies om zoveel mogelijk thuis te werken grijpt niet zo ver in op deze specifieke rechtsverhouding dat werkneemster daaruit een ‘recht op thuis werken’ kan putten.

Vindplaats: Rechtbank Gelderland 16 juni 2020, ECLI:NL:RBGEL:2020:2954.

Next Post Previous Post