Vertrouwelijke bedrijfsgegevens versturen naar privé-e-mailadres is geoorloofd

Werknemer is sinds 1 juli 2014 in dienst van Vistra Employment (Netherlands) B.V. (hierna: Vistra NL), laatstelijk in de functie van Country Managing Director Nederland. Per 1 april 2015 is werknemer formeel benoemd tot statutair bestuurder van Vistra NL. In de zomer van 2018 heeft werknemer te maken gekregen met een problematische thuissituatie in verband met de gezondheid van zijn vrouw. Nu hij zich daardoor niet (volledig) kon richten op zijn werkzaamheden, heeft hij in september 2018 betaald verlof van enkele maanden opgenomen. Vanwege het feit dat werknemer in januari 2019 weer terug aan het werk zou gaan, heeft hij in november aan Vistra NL gevraagd of kon worden gesproken over zijn terugkeer.

Op 21 december 2018 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen werknemer en Vistra NL. In dit gesprek heeft Vistra NL hem medegedeeld dat zijn functie per januari 2019 komt te vervallen en hem de nieuwe functie van Head of CPC aangeboden. Vistra NL heeft vervolgens, nadat werknemer zich in januari 2019 heeft ziekgemeld, het aanbod aan werknemer ingetrokken, terwijl het aanbod voor werknemer een serieuze optie was. Op 20 februari 2019 heeft Vistra NL een algemene vergadering van aandeelhouders uitgeroepen met als agendapunt het ontslag van werknemer als bestuurder van Vistra NL. Deze vergadering is uiteindelijk tot drie keer toe uitgesteld tot begin april 2019.

Op 26 februari 2019 heeft werknemer vanaf zijn (zakelijke) e-mailadres bij Vistra NL een aantal e-mails met bijlagen, waaronder onder andere vertrouwelijke persoonsgegevens van alle medewerkers van Vistra NL, naar zijn privé-e-mailadres verstuurd. Op 8 mei 2019 heeft werknemer opnieuw vanaf zijn (zakelijke) e-mailadres bij Vistra NL een aantal documenten naar zijn privé-e-mailadres verstuurd. Eén van deze documenten betrof een bestand dat bedrijfsvertrouwelijke informatie bevat over onder andere alle klanten van Vistra NL, het businessmodel van Vistra NL en alle recente omzetgegevens van Vistra NL. Bij e-mail van 10 mei 2019 is aan werknemer kenbaar gemaakt dat ontdekt is dat werknemer aanzienlijke bestanden met bedrijfs- en klantgegevens naar zijn privé-e-mail heeft gezonden, hetgeen volgens werkgever een dringende reden voor ontslag op staande voet oplevert.

Op 13 mei 2019 heeft de aangekondigde algemene vergadering van aandeelhouders van Vistra NL plaatsgevonden. Tijdens de vergadering is, nadat werknemer was gehoord, besloten om werknemer als statutair bestuurder te ontslaan. Bij brief van 21 mei 2019 heeft Vistra NL het ontslag op staande voet van werknemer bevestigd.

Werknemer heeft de rechtbank om vernietiging van het ontslag op staande voet verzocht. De rechtbank heeft geoordeeld dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is, omdat er geen sprake is van een dringende reden. Tevens heeft de rechtbank Vistra NL veroordeeld tot betaling van een billijke vergoeding van € 600.000 bruto aan werknemer. Vistra NL is tegen deze uitspraak in beroep gegaan. Het hof is van oordeel dat werknemer door het versturen van e-mailberichten naar zijn privé e-mailadres in strijd heeft gehandeld met zijn arbeidsovereenkomst en de interne regels van Vistra NL. Deze handeling kan op zichzelf als een ernstige overtreding worden beschouwd, mede gelet op de voorbeeldfunctie die werknemer als bestuurder van Vistra NL heeft. Het hof is echter van oordeel dat de verzending van e-mailberichten naar zijn privé-e-mailadres niet zo’n ernstige overtreding oplevert dat dit een ontslag op staande voet rechtvaardigt. Het hof onderbouwt dit als volgt.

Het hof concludeert dat vanaf het moment dat Vistra NL aan werknemer heeft aangekondigd dat zijn functie per 1 januari 2019 komt te vervallen (hoog) oplopende spanningen tussen Vistra NL en werknemer zijn ontstaan. Dat de spanningen zijn toegenomen, is naar het oordeel van het hof in het bijzonder ontstaan door het plotseling intrekken van het aanbod voor een nieuwe functie en de door Vistra NL in harde bewoordingen gemaakte verwijten over het slechte functioneren van werknemer. Na deze verwijten is de situatie verder geëscaleerd. De mediator heeft het mediation-traject beëindigd, de advocaat van Vistra NL heeft aangekondigd een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst van werknemer in te dienen, Vistra NL heeft aan werknemer medegedeeld dat hij niet langer contact met klanten mocht onderhouden en het ontslag van werknemer als statutair bestuurder is aangekondigd in de agenda voor de ava op 13 mei 2019.

Op basis van bovengenoemde omstandigheden is het hof van oordeel dat Vistra NL onvoldoende heeft betwist dat werknemer bang was dat een arbeidsrechtelijke procedure onvermijdelijk zou zijn en dat hij door de verzending van e-mailberichten naar zijn privé-e-mailadres zijn rechtspositie veilig heeft willen stellen. Het enige dat immers vast is komen te staan is dat werknemer berichten heeft doorgestuurd naar zijn advocaten en (verder) geen berichten openbaar heeft gemaakt, verspreid of vermenigvuldigd. Om die reden is het hof van oordeel dat hier geen sprake is van een dringende reden. Wel levert het onmiddellijk opzeggen van de arbeidsovereenkomst ernstig verwijtbaar handelen van Vistra NL op. Het hof veroordeelt Vistra NL dan ook tot betaling van een billijke vergoeding van € 175.000 bruto.

Of het versturen van bedrijfsinformatie naar het privé-e-mailadres een ontslag op staande voet rechtvaardigt, is dus afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Mocht u hierover vragen hebben, neem dan gerust contact met ons op.

Auteur: Leonore van ’t Hoff

Link: ECLI:NL:GHAMS:2020:3112, Gerechtshof Amsterdam, 200.271.555/01 (rechtspraak.nl)

Next Post Previous Post