Werkgever niet aansprakelijk voor ziekte als gevolg van overwerk


In een recente uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 24 januari 2020 (niet gepubliceerd) deed zich de volgende situatie voor.

De procedure
Een werkneemster is op 1 december 2014 in de functie van Executive Assistent bij Uber in dienst getreden. Op 30 november 2016 heeft de werkneemster telefonisch ontslag genomen. Bij e-mail van 16 december 2016 heeft zij de opzegging tegen 31 januari 2017 bevestigd. Vervolgens heeft werkneemster zich op 22 december 2016 ziek gemeld. Op 1 februari 2017 is zij bij een andere werkgever in dienst getreden.

Werkneemster vordert een verklaring voor recht dat (a) zij tijdens haar dienstverband bij Uber structureel en substantieel overwerk heeft verricht en Uber haar hiervoor loon (zo’n € 95.000 bruto) verschuldigd is en (b) Uber aansprakelijk is voor de door werkneemster geleden materiële en immateriële schade als gevolg van gezondheidsklachten, met veroordeling tot schadevergoeding. Werkneemster stelt dat zij structureel en stelselmatig heeft overgewerkt. Ze werkte zowel buiten werktijd als in de weekenden. Overwerken was volgens werkneemster noodzakelijk, nu de targets bij Uber zo hoog lagen dat je deze nooit binnen de normale werktijden kon behalen. In totaal heeft zij 3478 uren, zo’n 32 extra werkuren per week, overgewerkt. Uber was van dit overwerk op de hoogte. Als gevolg van de enorm hoge werkdruk en de veeleisende sfeer bij Uber heeft werkneemster zich in december 2016 ziek moeten melden en ontslag moeten nemen. Werkneemster stelt dat de hoge werkdruk en stress haar gezondheidsklachten (miskraam, ernstige nek-schouderklachten en burn-out) hebben veroorzaakt. Tot op heden is zij nog steeds arbeidsongeschikt. Werkneemster stelt dan ook dat Uber haar zorgplicht ten opzichte van haar heeft geschonden en aansprakelijk is voor de bij haar ontstane gezondheidsschade. Uber ontkent niet dat werkneemster zowel buiten als tijdens werktijd hard heeft gewerkt. Uber betwist echter wel dat er sprake is van structureel overwerk. Werkneemster zou geen bewijs hebben geleverd van haar overuren. Ook stelt Uber dat de gezondheidsklachten van werkneemster niet voldoende kunnen worden vastgesteld en dat werkneemster geen causaal verband tussen de gezondheidsklachten en de werkomstandigheden heeft aangetoond. Bovendien heeft Uber aan haar zorgplicht voldaan. Werkneemster heeft zich tijdens haar dienstverband nooit ziek gemeld dan wel aan de bel getrokken bij een leidinggevende over haar gezondheidsklachten. Pas na haar opzegging heeft zij zich voor het eerst ziek gemeld.

Oordeel kantonrechter Amsterdam
Ten aanzien van de overuren De eerste vraag die de kantonrechter moest beantwoorden, is de vraag of Uber impliciet en/of expliciet opdracht heeft gegeven tot het door werkneemster gestelde overwerk. Overwerk dat door de werkneemster op eigen initiatief is gedaan, geeft in beginsel geen aanspraak op een extra beloning. Naar het oordeel van de kantonrechter is niet gebleken dat Uber deze opdracht impliciet, dan wel expliciet heeft gegeven. Uit de stukken en hetgeen tijdens de zitting naar voren is gebracht, komt een beeld van werkneemster naar voren van een overgekwalificeerde, perfectionistische, zeer hard werkende en loyale teamplayer, die zeer werd gewaardeerd en die veel meer uren werkte dan waarvoor zij was aangenomen. Zelfs op haar ziekbed in het ziekenhuis was werkneemster nog aan het werk. Daarnaast heeft Uber in 2015 werkneemster een e-mail gestuurd waaruit zij had moeten begrijpen dat ze niet voor de anderen van het team behoefde te werken, maar enkel voor de twee leidinggevenden waar zij de assistent van was. Ze is dit echter toch blijven doen. Ook heeft Uber werkneemster gedurende enkele maanden een assistent toegewezen. De kantonrechter is dan ook van oordeel, gelet op de e-mail uit 2015 en haar positie als Executive Assistent, dat werkneemster haar werk beter had moeten indelen en overwerk had moeten voorkomen. Zij had dit nadrukkelijk en tijdig met Uber moeten bespreken als zij structureel overwerk toch niet kon voorkomen. De kantonrechter vond niet dat zij dit heeft gedaan. Gelet hierop kan werkneemster geen aanspraak maken op uitbetaling van overuren. Ten aanzien van de aansprakelijkheid van Uber De tweede vraag die de kantonrechter moest beantwoorden, is de vraag of Uber aansprakelijk is voor de gezondheidsschade die de werkneemster tijdens haar werkzaamheden heeft geleden. De kantonrechter oordeelde dat dit niet het geval is. De werkneemster heeft onvoldoende onderbouwd dat haar gezondheidsklachten zijn ontstaan als gevolg van haar werk bij Uber. Zij heeft bovendien niet aannemelijk gemaakt dat de arbeidsomstandigheden bij Uber objectief gezien zodanig waren dat sprake was van een (geestelijke) overbelasting die door Uber is veroorzaakt. Ook heeft zij niet aangetoond dat Uber op grond van signalen van de werkneemster zelf of van derden begreep of moest begrijpen dat het werk voor de werkneemster te zwaar of onmogelijk was geworden. Uber is volgens de kantonrechter niet tekortgeschoten in de nakoming van de zorgplicht ex artikel 7:658 lid 1 BW. Een beroep op artikel 7:611 BW slaagt evenmin. De vorderingen van werkneemster worden afgewezen.

Rechtbank Amsterdam 24 januari 2020, zaaknummer 7464756 CV EXPL 19-1076

Auteur: Leonore van ‘t Hoff

Next Post Previous Post