Beschikbaar voor werk in detentie?

In een uitspraak van 11 oktober jl. kreeg de kantonrechter van de rechtbank Rotterdam (link ) een bijzondere zaak voor zich waarin de werknemer van mening was dat hij zich vanuit detentie beschikbaar kon stellen voor werk.

Wat was er aan de hand?
Werknemer is in 2020 door de politie aangehouden op zijn werkplek, de ECT Terminal Maasvlakte, wegens verdenking van (betrokkenheid bij) het plegen van strafbare feiten in de haven, die gerelateerd zijn aan illegale drugshandel en/of drugssmokkel. Hij was toentertijd al twintig jaar in dienst bij Securitas, een particuliere beveiligingsorganisatie.

In de op de arbeidsovereenkomst van toepassing zijnde CAO Particuliere beveiliging staat opgenomen dat werknemer enkel in dienst mag worden genomen en gehouden zolang hij toestemming heeft van de overheid om als beveiliger te werken. Deze toestemming – ook wel grijze pas genoemd – wordt verstrekt door de korpschef. Deze grijze pas is ingetrokken bij werknemer toen hij in detentie kwam te zitten na zijn aanhouding.

Ondertussen heeft Securitas ook de betaling van het salaris van werknemer stopgezet, nu werknemer in detentie zat en zijn werkzaamheden dus niet kon verrichten. Namens werknemer heeft zijn gemachtigde aan Securitas medegedeeld dat hij zich beschikbaar houdt voor het verrichten van werkzaamheden en aanspraak maakt op betaling van zijn salaris. Securitas is echter van mening dat het niet kunnen verrichten van de werkzaamheden voor rekening en risico van werknemer komt.

Kantonrechter
Bij de kantonrechter verzoekt Securitas de arbeidsovereenkomst te ontbinden op de h-grond. Daarnaast verzoek Securitas om bij het bepalen van de ontbindingsdatum geen rekening te houden met de opzegtermijn. Volgens Securitas is namelijk met het plegen van de delicten sprake van ernstig verwijtbaar handelen van werknemer. Om deze reden zou werknemer ook geen aanspraak maken op de transitievergoeding of een billijke vergoeding.

Securitas heeft daarbij verschillende argumenten naar voren gebracht waaronder het feit dat met het plegen van de delicten werknemer de plichten uit zijn arbeidsovereenkomst op zeer ernstige en grove wijze heeft geschonden.

De kantonrechter oordeelt dat sprake is van een h-grond (andere omstandigheden die zodanig zijn dat van de werkgever in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren) nu de werknemer in detentie zit.

Verder wijst de kantonrechter ook het verzoek van de werkgever om de ontbindingsdatum te bepalen zonder rekening te houden met de opzegtermijn toe. Wanneer de werknemer ernstig verwijtbaar heeft gehandeld kan de arbeidsovereenkomst eerder worden ontbonden. Hiervan is volgens de kantonrechter sprake gelet op de strafbare feiten waarvoor werknemer is veroordeeld en het feit dat hij deze heeft gepleegd tijdens het uitvoeren van zijn werkzaamheden voor Securitas.

Het feit dat Securitas niet direct nadat zij kennis had genomen van de aanhouding van werknemer hem op staande voet heeft ontslagen dan wel direct een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst heeft ingediend, maakt niet dat Securitas zich niet meer kan beroepen op het ernstig verwijtbaar handelen en/of nalaten van werknemer. Securitas heeft nadat zij bekend was geworden met de aanhouding en de intrekking van de grijze kaart niet stil gezeten, maar juist geprobeerd om tot een einde van de arbeidsovereenkomst te komen. Dat over de beëindiging geen overeenstemming is bereikt kan Securitas niet worden verweten. Evenmin is het onredelijk dat Securitas de uitkomst van de strafzaak heeft afgewacht voordat zij het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst heeft ingediend.

Nu sprake is van ernstig verwijtbaar handelen van werknemer hoeft ook in beginsel de transitievergoeding niet aan hem te worden toegekend. De vraag die hier nog rest is of het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is om de transitievergoeding niet toe te kennen. Het moet daarbij gaan om uitzonderlijke situaties waarbij gedacht kan worden aan het geval waarin een werknemer een relatief kleine misstap begaat na een heel lang dienstverband.

In dit geval is weliswaar sprake van een lang dienstverband maar kan de misstap bepaald niet als ‘klein’ worden aangemerkt. De omstandigheden dat werknemer meer dan 20 jaar bij Securitas in dienst is en zich na zijn detentie zal moeten omscholen leggen ten opzichte van zijn verwijtbaar handelen onvoldoende gewicht in de schaal. De door werknemer verzochte transitievergoeding wordt dan ook afgewezen.

Tot slot laat de kantonrechter zich nog uit over de doorbetaling van het salaris van werknemer tijdens zijn schorsing uit voorlopige hechtenis. Werknemer meent dat hij recht heeft op zijn salaris nu hij zich beschikbaar heeft gehouden voor werk. De hoofdregel hierbij is dat tijdens een schorsing of non-actiefstelling het salaris dient te worden doorbetaald tenzij de reden waarom de werknemer niet wordt ingezet in redelijkheid voor diens rekening dient te komen. Nu de grijze pas van werknemer was ingenomen door het plegen van strafbare feiten en hij door Securitas dus simpelweg niet meer aan het werk gezet mocht worden, komt het niet kunnen werken voor rekening en risico van werknemer en hoefde het loon dus niet doorbetaald te worden.

Auteur: Rachel van der Horst

Next Post Previous Post