De adviezen van de bedrijfsarts altijd opvolgen en toch een loonsanctie – kan dat?

auteur: Maud de Bruijn

Als het UWV na twee jaar arbeidsongeschiktheid van een werknemer constateert dat er re-integratiekansen door de werkgever zijn gemist, dan legt het UWV de werkgever een loonsanctie op. Een loonsanctie betekent dat de werkgever het salaris van de arbeidsongeschikte werknemer voor maximaal nog één jaar moet doorbetalen voordat er tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst van de werknemer mag worden overgegaan. De totale loondoorbetaling tijdens ziekte bedraagt dan drie jaar.

De werkgever kan bezwaar maken tegen dit besluit van het UWV en gebruikt daarbij als argument vaak dat de werkgever altijd is afgegaan op de adviezen van de bedrijfsarts. Het UWV stelt dan dat volgens vaste rechtspraak van het hoogste rechtscollege in dit soort zaken (de Centrale Raad van Beroep) een onjuist advies van een bedrijfsarts voor rekening en risico komt van de werkgever. Dit verweer van de werkgever trof dan ook lang geen doel. In een recente uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant is echter voor een nuancering van dit vaste uitgangspunt gekozen.

In het wetsartikel op basis waarvan een loonsanctie kan worden opgelegd is opgenomen dat het bij de beoordeling van re-integratie-inspanningen draait om de vraag of de werkgever in redelijkheid tot de re-integratie-inspanningen heeft kunnen komen. Het UWV heeft bij de vraag of de adviezen van de bedrijfsarts “voor rekening en risico” van de werkgever moeten blijven onvoldoende aandacht besteed aan de vraag of de werkgever redenen had moeten hebben om te twijfelen aan het advies van haar bedrijfsarts. De rechtbank is van oordeel dat de werkgever in deze kwestie geen enkele reden had om het advies van de bedrijfsarts in twijfel te trekken. Er zijn vele terugkoppelingen van de bedrijfsarts die zijn gebaseerd op medische informatie van de specialisten en behandelingen die door de werknemer werden gevolgd. Ook bleek uit deze terugkoppelingen dat keer op keer pogingen tot verdere uitbreiding van uren niet is gelukt. De werkgever mocht ervan uitgaan dat het advies van de bedrijfsarts op zorgvuldige wijze tot stand is gekomen.

Deze uitspraak biedt ruimte aan werkgevers om tegen het besluit tot het opleggen van een loonsanctie bezwaar te maken. Als kritisch naar de adviezen van de bedrijfsarts is gekeken en de adviezen altijd zijn opgevolgd, dan is bezwaar maken zeker het overwegen waard. Vanzelfsprekend zijn wij bereid u hierin te ondersteunen.

Auteur: Maud de Bruijn

Next Post Previous Post