Handelen in strijd met geheimhoudingsbeding. Is werknemer een klokkenluider?

De rechtbank Den Haag (link) staat in deze zaak stil bij de vraag of werknemer kan worden aangemerkt als klokkenluider en daarmee ontslagbescherming geniet.

Werkgever is een zorgonderneming en levert ambulante zorg en/of begeleiding aan volwassenen. Werknemer is sinds 1 maart 2020 in dienst bij werkgever. In de arbeidsovereenkomst van werknemer is een geheimhoudingsbeding opgenomen.

Op 13 februari 2021 heeft werknemer schriftelijk een (toen nog anonieme) schriftelijke verklaring afgelegd aan de gemachtigde van een collega van werknemer, die op dat moment in een arbeidsconflict met werkgever was geraakt. Werknemer laat in deze verklaring weten dat de werkgever een externe partij heeft ingeschakeld om een plan te bedenken hoe de collega uit haar functie kon worden ontheven en om eventuele financiële schades op de collega te verhalen. Daarnaast verklaart de werknemer dat hij en zijn collega’s een verklaring moesten afleggen en werd hen verteld wat in deze verklaring moest komen te staan. Ook merkt werknemer in de verklaring op dat werkgever bijna wekelijks een advocaat laat langskomen om te bespreken hoe van andere werknemers afscheid kan worden genomen.

Op 7 april 2021 heeft werknemer aan werkgever een e-mail gestuurd dat hij het gevoel heeft dat werkgever een conflict probeert te creëren. Op 20 mei 2021 heeft de collega van werknemer een verweerschrift ingediend tegen het ontbindingsverzoek van werkgever. Bij het verweerschrift is de verklaring van werknemer als productie toegevoegd.

Op 21 mei 2021 laat werkgever weten dat hij van oordeel is dat werknemer het vertrouwen van werkgever en het geheimhoudingsbeding heeft geschonden. Volgens werkgever heeft werknemer valse informatie verstrekt, die werknemer op grond van de arbeidsovereenkomst geheim moest houden en niet diende door te spelen aan een wederpartij in een lopende rechtszaak. Werknemer is vervolgens in de gelegenheid gesteld om zijn gedragingen toe te lichten.

Op 25 mei 2021 is werknemer op staande voet ontslagen. Werknemer start een procedure bij de kantonrechter en stelt zich op het standpunt dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is gegeven. Volgens werknemer is geen sprake van vertrouwelijke informatie, was de collega ten tijde van het afleggen van de verklaring geen derde en meent werknemer dat hij bescherming geniet als klokkenluider.

Volgens de kantonrechter bestaat geen discussie dat werknemer op/omstreeks 13 februari 2021 een verklaring heeft afgelegd aan de gemachtigde van zijn collega. Dit geldt ook voor de inhoud van de verklaring. Het gaat dan ook om de vraag of werknemer dergelijke informatie mocht verschaffen aan de gemachtigde van zijn collega.

De kantonrechter is het met werkgever eens dat werknemer in redelijkheid kon vermoeden dat de informatie die werknemer met zijn verklaring aan de gemachtigde van zijn collega gaf, vertrouwelijk was. Dit is immers geen informatie die door een willekeurige derde was te verkrijgen. Het gaat om gevoelige informatie omdat de informatie tijdens het lopende arbeidsconflict met de collega in het nadeel van de werkgever kan worden gebruikt. Dit betekent volgens de kantonrechter dat werknemer had moeten beseffen dan wel had moeten vermoeden dat het verstrekken van deze informatie implicaties kon hebben. Werknemer heeft dan ook vertrouwelijke informatie met een derde gedeeld, namelijk de gemachtigde van de collega en daarmee het geheimhoudingsbeding overtreden.

De kantonrechter merkt daarbij ook op dat werknemer de verplichting had om zich als goed werknemer te gedragen. Deze verplichting heeft werknemer geschonden nu werknemer gevoelige informatie aan de gemachtigde van de collega heeft verstrekt terwijl werknemer hier geen kenbaar te respecteren belang bij had. Dit betekent dat sprake is van een dringende reden die een ontslag op staande voet rechtvaardigt.

De stelling dat werknemer een klokkenluider is, wordt door de kantonrechter verworpen. Werknemer heeft geen (concreet) vermoeden van een misstand gemeld, althans niet intern tot het hoogste niveau. Pas op 7 april 2021 heeft werknemer een e-mail gestuurd aan werkgever. Dit betekent dat werknemer niet te goeder trouw en naar behoren heeft gemeld. Om deze reden is de kantonrechter van oordeel dat werknemer geen bescherming geniet voor de beslissing van werknemer om een verklaring af te leggen aan de gemachtigde van de collega.

Heeft u naar aanleiding van het voorgaande vragen? Neem gerust contact met ons op.

Auteur: Saffira van Wijk

Next Post Previous Post