Valt belangenafweging in het kader van een concurrentiebeding in het voordeel uit van de werknemer of werkgever?

Geelen, werkgever, bouwt en installeert tegenstroomdrogers en -koelers voor diervoerders en levensmiddelenproducenten. Werknemer is sinds 1 mei 2000 bij Geelen in dienst in de functie van Field Service Engineer. In de arbeidsovereenkomst is een concurrentiebeding opgenomen voor de duur van drie jaar. Op 27 juni 2022 heeft werknemer een aanbod gekregen om in dienst te treden bij Wenger in de functie van Project Manager. Werknemer heeft op 28 juli 2022 aan Geelen laten weten dat hij een aanbod van Wenger heeft ontvangen. Geelen houdt werknemer aan het overeengekomen concurrentie- en boetebeding. Werknemer heeft de arbeidsovereenkomst met Geelen niet opgezegd.

Werknemer vordert in kort geding geheel of gedeeltelijke schorsing van het concurrentiebeding zodat hij voor Wenger aan de slag kan, dan wel dat de duur van het concurrentiebeding wordt beperkt en wordt ingeperkt tot een relatiebeding.

De kantonrechter is van oordeel dat sprake is van een rechtsgeldig overeengekomen concurrentiebeding. Het standpunt van werknemer dat het concurrentiebeding te ruim is geformuleerd en niet geografisch is beperkt, wordt niet door de kantonrechter gevolgd. De branche waarin Geleen opereert is een zeer specifieke branche waarin slechts vijf concurrenten wereldwijd opereren. Omdat de machines lang meegaan wordt er, om voldoende afzet te creëren, wereldwijd geopereerd. Een geografische beperking heeft geen effect. Bovendien blijkt uit het concurrentiebeding duidelijk dat het gaat om een verbod van concurrerende werkzaamheden. Volgens de kantonrechter blijven er een groot aantal niet concurrerende bedrijven over waar werknemer aan de slag kan, ook in de voedsel en voederindustrie.

Vervolgens beantwoordt de kantonrechter de vraag of Wenger een concurrent is van Geleen bevestigend. Hoewel Wenger zich bezig zou houden met horizontale drogers en andere machines en Geleen ‘alleen’ verticale drogers produceert, is voldoende duidelijk dat beide bedrijven zich bevinden op dezelfde markt en machines maken voor hetzelfde doel.

Dan komt de kantonrechter bij de belangenafweging tussen werknemer en Geleen. De kantonrechter merkt op dat een concurrentiebeding een werknemer beperkt in zijn grondrecht van vrije arbeidskeuze. Dit is slechts gerechtvaardigd indien werkgever een zodanig zwaarwichtig belang heeft bij de handhaving van het concurrentiebeding dat het recht op vrije arbeidskeuze van werknemer daarvoor in redelijkheid moet wijken.

Een concurrentiebeding is bedoeld om het bedrijfsdebiet (knowhow en goodwill) te beschermen en niet om werknemers te binden. Van een aantasting van het bedrijfsdebiet kan sprake zijn als een werknemer door zijn functie op de hoogte is van essentiële relevante (commerciële en technische) informatie of van unieke werkprocessen en werknemer deze kennis voor zijn nieuwe werkgever kan gebruiken waardoor de nieuwe werkgever in het voordeel is ten opzichte van de vorige werkgever of als bepaalde klanten van de vorige werkgever overstappen naar de nieuwe werkgever vanwege werknemer.

Werknemer wil bij Wenger werken omdat hij toe is aan een nieuwe uitdaging en hij een salarisverhoging van 30% zou ontvangen. Werkgever stelt dat werknemer de machines van binnen en van buiten zeer goed kent. Deze kennis is zeer waardevol voor Wenger, zeker nu alleen Geleen verticale drogers maakt. Verder weet werknemer tegen welke prijzen de machines worden verkocht en welke strategie Geelen volgt om haar marktaandeel te verkrijgen. De kantonrechter volgt het standpunt van Geelen en is er niet van overtuigd dat door indiensttreding van werknemer bij Wenger het bedrijfsdebiet van Geelen niet zal worden aangetast. Het belang van werknemer is niet groter dan het belang van Geelen bij handhaving van het concurrentiebeding. Bovendien blijkt dat werknemer een hoger salaris bij Geelen ontvangt dan bij Wenger. De kantonrechter heeft begrip voor het feit dat werknemer toe is aan iets nieuws maar dat is niet voldoende om het belang van Geleen te laten wijken. De stelling van werknemer dat hij alleen bij Wenger aan de slag kan vanwege zijn specifieke kennis berust volgens de kantonrechter op een nog niet getoetste aanname.

Het concurrentiebeding wordt dan ook niet geschorst en evenmin ziet de kantonrechter aanleiding om het concurrentiebeding te schorsen voor zover het de duur van 1 jaar te boven gaat.

Heeft u naar aanleiding van het voorgaande vragen? Neem gerust contact met ons op.

Lees hier de uitspraak.
Auteur: Saffira van Wijk

Next Post Previous Post