I quit! <br>Hoe duidelijk en ondubbelzinnig moet de opzegging zijn en hoever reikt de werkgever zijn onderzoeksplicht?

Feiten
Werkneemster was sinds 1 april 2022 bij Dutch Power Group (hierna: DPG) in dienst op grond van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Deze zou, na verlenging, van rechtswege eindigen per 1 april 2024.

Op een bepaald moment stuurt deze werkneemster per ongeluk gevoelige informatie door naar een potentiële klant van het bedrijf. Als zij hier door de directeur van het bedrijf stevig op aan wordt gesproken, stuurt zij hem het volgende via WhatsApp: “I don’t think this is the best way, but I want you to know that I think the best way for me is to quit DPG. I will surely take some weeks to leave everything organize for the next person. We can discuss about it another moment. Thank you for everything you have done for me, I am truly grateful”. De directeur reageert hierop door te zeggen dat hij het schokkend nieuws vindt en het hier graag later over wil hebben.

Nadat de directeur van zakenreis uit Australië is teruggekeerd vindt er op 22 september 2023 een gesprek plaats tussen werkneemster, de directeur en iemand van personeelszaken waarbij onder andere aan de orde komt de mogelijkheid om een vaststellingsovereenkomst te sluiten zodat de WW-rechten van werkneemster zo goed als mogelijk worden veiliggesteld. Daarna is een concept vaststellingsovereenkomst aan werkneemster toegezonden. Die wordt op 29 september 2023 in dezelfde samenstelling met haar besproken. De vaststellingsovereenkomst is door haar niet ondertekend.

Op 3 oktober 2023 plaatst werkneemster het volgende bericht op LinkedIn:

““Today I turn 40, and today I officially bid farewell to what has been my family for the past years at Dutch Power Group. (…)

By following this path, I’m taking a step closer to achieving my goals in the exciting field of #smartcities /#digital twins. I am eagerly looking forward to the next chapter in my career and I can’t wait to see what the future holds! (…).

If you believe you can make a meaningful contribution to #DPG in Sales or Project Management for Latin America, please don’t hesitate to reach out to my lovely colleagues (…) for more information. (…)”.

Op 4 oktober 2023 heeft werkneemster haar gegevens op LinkedIn aangepast. Zij heeft daarbij de maand oktober 2023 als einddatum voor haar dienstverband bij DPG vermeld. Op 13 oktober 2023 ruimt werkneemster haar bureau leeg, neemt haar persoonlijke eigendommen mee, levert de toegangspas tot het kantoor in en vraagt om haar NS-kaart te blokkeren.

Bij brief van 27 oktober 2023 heeft DPG de opzegging van 7 september 2023 bevestigd en aangegeven dat de arbeidsovereenkomst op 31 oktober 2023 eindigt. Werkneemster heeft hier op 31 oktober 2023 bezwaar tegen gemaakt. Per brief van 3 november 2023 bericht de advocaat van werkneemster aan DPG dat werkneemster haar arbeidsovereenkomst niet heeft opgezegd.

Oordeel
In eerste aanleg heeft de kantonrechter geoordeeld dat werkneemster wel haar arbeidsovereenkomst heeft opgezegd. Werkneemster komt tegen deze beschikking in hoger beroep.

Het hof oordeelt dat uit het whatsappbericht volgt dat werkneemster aan DPG meldt dat zij de arbeidsovereenkomst beëindigt. De woorden: “I think the best way for me is to quit DPG” duiden daar niet zonder meer op, maar de woorden uit de volgende zin wel: “I will surely take some weeks to leave everything organize for the next person. (…) Thanks for everything you have done for me, I am truly grateful (…).” Deze zinnen maken duidelijk dat werkneemster op dat moment de beslissing heeft genomen om uit dienst te gaan.

In reactie op het bericht van de directeur naar aanleiding van de opzegging schrijft werkneemster: “If you are worried about leaving too soon, I won’t do that.”, waaruit het hof afleidt dat werkneemster de volgende dag bij haar beslissing de arbeidsovereenkomst te beëindigen blijft.

Ook tijdens het gesprek op 22 september 2022 is werkneemster niet teruggekomen op haar beslissing de arbeidsovereenkomst te willen beëindigen. Werkneemster heeft op geen enkel moment tijdens dat gesprek, maar evenmin door communicatie of gedragingen in de dagen nadien, laten blijken haar arbeidsovereenkomst niet te willen beëindigen. Het hof overweegt dat uit deze gang van zaken volgt dat DPG ervan uit mocht gaan dat werkneemster de arbeidsovereenkomst heeft opgezegd.

Het hof overweegt verder dat DPG door niet onmiddellijk het WhatsApp-bericht van 7 september 2023 als opzegging te accepteren maar daarover te willen praten en vervolgens daadwerkelijk het gesprek daarover aan te gaan, heeft voldaan aan haar onderzoeksplicht of de wil van werkneemster wel overeenstemde met haar mededeling. Het bestreden vonnis wordt daarom ook bekrachtigd.

Beschouwing
De opzegging van een arbeidsovereenkomst door de werknemer vereist een duidelijke en ondubbelzinnige verklaring, die erop is gericht te komen tot een beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Dit is een strenge maatstaf en dient ertoe de werknemer te behoeden voor de ernstige gevolgen die vrijwillige beëindiging van het dienstverband kan hebben, zoals het verlies van aanspraak op een WW-uitkering. In verband met deze ernstige gevolgen is de werkgever verplicht te onderzoeken of de werknemer daadwerkelijk de overeenkomst wil beëindigen en is hij verplicht de werknemer te informeren over de gevolgen van de beëindiging van de overeenkomst.

Lees de uitspraak hier.

Auteur: Esmeralda de Jongh

Next Post Previous Post