Slachtoffers van seksueel geweld en seksueel grensoverschrijdend gedrag worden vanaf 1 juli dit jaar strafrechtelijk beter beschermd. Dit betekent dat het arbeidsrecht nu ook wettelijk een strafrechtelijk tintje krijgt.

Deze nieuwe wet kan ertoe leiden dat een werknemer die zich schuldig maakt aan seksueel grensoverschrijdend gedrag ook strafrechtelijk veroordeeld kan worden. Een ontslag op staande voet ligt daarmee (nog sneller) voor de hand.

Belangrijk in het arbeidsrecht is dat op de werkvloer meer aandacht dient te worden besteed aan afhankelijkheidsrelaties, denk aan de relatie tussen een leidinggevende en ondergeschikte. In die hoedanigheid kan sneller worden aangenomen dat er geen vrijwillige instemming is en dus eerder strafbaarheid ontstaat. Gezichtspunten zijn de mate van functionele ongelijkheid, de invloed van de leidinggevende bij het beoordelen en de mogelijke angst voor negatieve gevolgen voor de werkrelatie of loopbaan bij het weigeren van seksueel contact.

Daarnaast wordt door de nieuwe wet seksuele intimidatie in het openbaar strafbaar. Voor de beoordeling van seksuele intimidatie – en dat is mijns inziens een welkome ontwikkeling – wordt gekeken naar de inhoud, aard en context van de seksuele uiting en niet naar de beleving van betrokken personen. Onder het begrip ‘openbaar’ vallen voor het publiek toegankelijke gebouwen en voor het publiek toegankelijke online sociale media en internetfora.

Is de werkvloer een openbare ruimte? In principe niet, maar de wet strekt zich wel uit tot bijvoorbeeld een werkgerelateerde trip of borrel in een café. Denk ook aan seksuele uitlatingen op een openbaar sociaal media-account.

Het lijkt erop dat het voor werkgevers aan de hand van deze wet makkelijker wordt om werknemers als gevolg van seksueel grensoverschrijdend gedrag te sanctioneren. Werkgevers adviseren wij wel om de gedragscode te versterken (of op zeer korte termijn op te stellen) en maatregelen op te nemen als deze code niet wordt nageleefd.

Heeft u nog vragen? Neem gerust contact met ons op.

Auteur: Maud de Bruijn