Ontslag op staande voet – context van belang
Een werknemer is in dienst als leerling-kok bij Ross Lovell op basis van een tweede arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, die op 31 augustus 2024 van rechtswege zou komen te eindigen. Op 5 augustus 2024 wordt de werknemer op staande voet ontslagen. De werknemer heeft op 2 augustus gevraagd om de fooi over de maand juli. De werkgever laat weten geen contant geld in huis te hebben en op 5 augustus de fooi te zullen betalen. De werknemer zegt dat hem zou zijn beloofd dat de fooi 31 juli zou worden betaald en provoceert, aldus de werkgever. De werknemer vertrekt uiteindelijk en stuurt later die avond een WhatsApp-bericht met de volgende tekst:
“Waag het niet om de morgen voor 23:59 het fooi te betalen anders weet ik je te vinden. En de uren van 2022 en 22023 zou ik ook maar eens achteraan gaan, anders neem ik andere maatregelen”.
De werkgever doet op 5 augustus 2024 aangifte bij de politie wegens bedreiging en ontslaat de werknemer op staande voet. De werknemer vecht dit aan, met succes.
De rechtbank (link) vindt dat de tekst in het Whatsapp-bericht ‘niet is zoals het hoort te gaan’. De teksten gaan van een bepaalde dreiging uit en het is niet de bedoeling dat een werknemer dit soort dingen aan zijn werkgever schrijft. Dat de werknemer wat verhit heeft gereageerd, is alleen niet onbegrijpelijk. Een ontslag op staande voet is in de gegeven situatie dan ook een te vergaande maatregel. Bedenk hierbij dat:
- het contract op 31 augustus 2024 sowieso al zou komen te eindigen,
- de werknemer tot die datum niet meer zou werken,
- op het moment van het incident bestond al enige tijd discussie over de betaling van de overuren van werknemer (een substantieel bedrag),
- de werknemer had zijn fooi over juli 2024 nog niet gekregen, terwijl op de 1e van iedere maand duidelijk is hoe hoog die fooi is,
- de werkgever weigerde op 2 augustus 2024 de fooi aan de werknemer uit te betalen, terwijl werkgever wist dat werknemer op het punt stond om met vakantie te gaan.
Het gegeven ontslag op staande voet in deze context bezien, maakt het ontslag te vergaand is en wordt vernietigd. De werkgever zal dus nog het loon van augustus 2024, plus 20% wettelijke verhoging, de vakantietoeslag en een flink bedrag aan overuren over 2022, 2023 en 2024 moeten betalen.
Niet alles wat op het eerste oog een dringende reden lijkt te zijn, rechtvaardigt dus een ontslag op staande voet.
Voor vragen over deze uitspraak of over een eigen situatie, neemt contact met mij op.
Auteur: Maud de Bruijn