Hof schorst concurrentiebeding in kort geding vanwege onredelijke benadeling van werknemer.

Het Hof Arnhem-Leeuwarden (hierna: het hof) heeft zich uitgelaten over een concurrentiebeding van een werknemer die werkzaam is als drukker en wil overstappen naar een concurrent.

In de arbeidsovereenkomst van werknemer stond een concurrentiebeding opgenomen. Per 1 mei 2020 heeft werknemer zijn arbeidsovereenkomst opgezegd omdat hij bij zijn nieuwe werkgever en tevens concurrent in dienst wil treden. Werknemer verzocht aan de kantonrechter om zijn concurrentiebeding te schorsen. De kantonrechter is het hier niet mee eens en beslist in het voordeel van de werkgever. Het hof is het daarentegen niet eens met de kantonrechter, er zijn namelijk redenen aanwezig om het concurrentiebeding te schorsen.

Volgens het hof is een concurrentiebeding in het algemeen bedoeld om te voorkomen dat bij de vorige werkgever verkregen informatie, die als specifieke kennis kan worden aangemerkt, door de werknemer wordt gebruikt bij de nieuwe werkgever zodat sprake is van een concurrentievoordeel. Algemeen vakmanschap kan niet als specifieke kennis worden aangemerkt.

De vorige werkgever onderbouwt onvoldoende dat werknemer zijn aanwezige kennis zal gebruiken in de concurrentiestrijd. Werknemer werkt als drukker bovendien op basis van werkbonnen. Deze werkbonnen geven informatie over de klant, materiaal, kleur, inkt, platen en de gebruiken rasters. Daarbij is de ‘schapconsistentie’ van belang: als een klant een etiket heeft laten drukken, moet de klant bij een vervolgorder zekerheid hebben dat dit etiket gelijk is aan de eerdere etiket. Hoewel deze gegevens door het hof worden aangemerkt als specifieke bij de vorige werkgever aanwezig kennis, acht het hof het aannemelijk dat de werknemer deze informatie niet in zijn hoofd heeft zitten. De nieuwe werkgever heeft bovendien geen toegang tot het computersysteem van de vorige werkgever, waardoor deze data niet herbruikbaar zijn voor werknemer.

Volgens het hof betekent het voorgaande dat indien de vorige drukker geen specificaties aanlevert en de klant naar een nieuwe drukker gaat, het aankomt op vakmanschap. Werknemer is een zeer ervaren drukker en zal uiteindelijk wel tot de juiste productspecificaties komen. Kortom, volgens het hof is de kennis die de werknemer heeft opgedaan voor het eindresultaat niet van belang omdat reeds het vakmanschap van de werknemer maakt dat het etiket in kwestie kan worden nagemaakt. De werkgever heeft dan ook geen zwaarwichtig belang. Het belang van de werknemer is daarentegen voldoende aannemelijk. Werknemer zal een beter salaris krijgen, verricht geen ploegendiensten meer en komt los van zijn moeizaam ervaren samenwerking met de directeur van de vorige werkgever. Het hof is tot de conclusie gekomen dat voldoende aannemelijk is dat een bodemrechter het concurrentiebeding zal vernietigen omdat in verhouding tot het te beschermen belang van de vorige werkgever, de werknemer onbillijk wordt benadeeld.

Heeft u met een vergelijkbare situatie te maken en wenst u advies over het concurrentiebeding? Neem dan contact met ons op.

De gehele uitspraak is hier te lezen.

Auteur: Saffira van Wijk

Next Post Previous Post