Onderzoek naar fraude: alleen door een onafhankelijke instantie!

auteur: Maud de Bruijn

Het voeren van procedures is de volgende twee partijen niet onbekend. In geschil is de vraag of de voormalig directeur van Dutch Solar Systems B.V. zich schuldig heeft gemaakt aan fraude. Nu is niet zozeer het oordeel over de fraude voor deze signalering relevant, wel de persoon of instantie die het onderzoek naar de fraude verricht.

Feiten en omstandigheden
Partijen zijn Dutch Solar Systems B.V. (DSS) en haar voormalig directeur. Aanloop van de procedures betreft de beschuldiging van DSS dat de voormalig directeur heeft gefraudeerd. DSS kan het bewijs daarvan echter niet leveren. In een kortgedingprocedure heeft de rechtbank Amsterdam DSS dan ook verboden, op straffe van een dwangsom, om de e-mailaccounts van de voormalig directeur en de privédocumenten, die zich nog in dossierkasten bij DSS bevinden, te onderzoeken. Ook mag DSS deze privégegevens niet gebruiken of te delen. Er is één uitzondering op deze verboden gemaakt: een onafhankelijk bureau dat onderzoek naar de fraude zal verrichten heeft wel toegang tot deze gegevens. Dat bureau dient wel specifieke onderzoekservaring en voldoende kennis van adequaat forensisch onderzoek naar fraude te hebben.

DSS heeft haar advocaat en een transportbedrijf opdracht gegeven het zakelijke e-mailaccount van de voormalig directeur te onderzoeken. Hiermee wordt voldaan aan de door de rechtbank geformuleerde uitzondering. De voormalig directeur betwist dit en stelt dat DSS hiermee het verbod heeft overtreden en hem daarom totaal € 170.000,- aan dwangsommen dient te betalen. Hij gaat tot uitvoering van het vonnis van de rechtbank Amsterdam over. DSS start daarop een geschil bij de rechtbank Overijssel om het innen van de dwangsommen te stoppen. Zonder succes. De rechtbank acht de partijen die onderzoek hebben uitgevoerd niet onafhankelijk. DSS gaat tegen deze uitspraak in hoger beroep.

Oordeel Hof Arnhem-Leeuwarden
Om zich over de kwestie uit te laten dient het hof zich allereerst te buigen over de door de rechtbank geformuleerde verboden. Artikel 8 EVRM speelt daarbij een rol. Het hof oordeelt net als de rechtbank dat ook privéberichten die door een werknemer vanuit zijn zakelijk e-mailaccount bij de werkgever zijn verstuurd onder de bescherming van artikel 8 EVRM vallen. Ook deze gegevens vallen onder het verbod en zijn dus uitsluitend toegankelijk door een onafhankelijk bureau in het kader van fraudeonderzoek. En het Hof oordeelt vervolgens dat de advocaat en het transportbedrijf niet zijn aan te merken als onafhankelijke bureaus.

Het transportbedrijf heeft als import- en exportbedrijf immers geen ervaring met forensisch onderzoek naar fraude. De door DSS ingeschakelde advocaat voldoet ook niet aan de criteria. De advocaat blijkt namelijk ook DSS en zusterbedrijf Strukton bij te staan in een strafrechtelijke zaak. De advocaat is dus niet onafhankelijk, maar juist nauw betrokken bij DSS. Daar komt bij dat de advocaat zijn voorlopige bevindingen heeft gedeeld met een andere advocaat, die deze heeft gebruikt in één van de andere procedures tegen de voormalig directeur. De slotsom is dan ook dat DSS de dwangsommen wel degelijk moet betalen.

Lees hier de uitspraak.

Conclusie
Wilt u als werkgever een onderzoek starten naar bijvoorbeeld mogelijk frauduleus handelen van één van de werknemers? Bedenk dan dat de gegevens van de werknemer vergaand zijn beschermd door het EVRM. Ook is het voor de persoon, die het onderzoek verricht, niet wenselijk dat advocaten ‘onafhankelijk’ (fraude)onderzoek doen bij hun eigen cliënt.

Vragen over deze uitspraak of de mogelijkheden en valkuilen bij onderzoeken naar mogelijk gepleegde fraude? Neemt contact met mij op.

Auteur: Maud de Bruijn

Next Post Previous Post