Voordelen verrekenen met de nadelen, ook als de werknemer aansprakelijk is

auteur: Maud de Bruijn

Een onderwerp dat in onze praktijk minder vaak aan de orde komt, laat staan dat er over wordt geprocedeerd: voordeelstoerekening. Reden te meer om de signalering van deze week hieraan te wijden. Een recente uitspraak van de Hoge Raad van 5 februari jl. in een langslepend geschil vormt hiervoor ook voldoende aanleiding (lees hier de uitspraak).

Wat was er aan de hand?
Een universitair hoofddocent van de Wageningen Universiteit (WU) heeft in de uitoefening van haar functie onder meer onderzoek verricht naar vetzuurpatronen in melk van veedieren en de invloed hiervan op de kwaliteit van de melk. De kennis die uit dat onderzoek voortvloeide, heeft zij onder meer ingezet bij de uitvoering van door de overheid gesubsidieerde zogenaamde kennisoverdrachtenprojecten. Voor deze kennisoverdrachtprojecten kan kort gezegd op grond van de Subsidieregeling innovatievouchers van 27 april 2006 een subsidie worden aangevraagd. De hoofddocent heeft in 2008 namens 138 boerenbedrijven grote innovatievouchers aangevraagd. Vervolgens heeft zij de van de 138 ondernemers ontvangen innovatievouchers ingediend bij Agentschap NL, dat deel uitmaakt van het ministerie van Economische Zaken. Naar aanleiding daarvan is € 689.500,- aan subsidie aan WU uitbetaald.

Agentschap NL heeft op 3 december 2010 bij WU een onderzoek uitgevoerd naar de aanvaardbaarheid van de voor vaststelling ingediende vouchers. Het Agentschap NL concludeert op 22 april 2011 tot terugvordering van de verstrekte subsidies. De hoofddocent wordt beschuldigd van het willens en wetens in strijd met de subsidieregels handelen door elk van de bij het voucherproject betrokken boeren de eigen bijdrage terug te betalen. Zij heeft daarbij bewust de medewerkers van Finance & Control van WU misleid. Disciplinair ontslag van de hoofddocent op grond van ernstig tot zeer ernstig plichtsverzuim volgt. Vervolgens heeft WU de hoofddocent aansprakelijk gesteld voor, kort gezegd, de schade die WU door de terugbetaling van de eigen bijdrage en de terugvordering van de subsidie heeft geleden, in totaal begroot op € 1.029.800,-. De rechtbank wijst de vordering jegens de hoofddocent toe, het Hof vernietigt dit eindvonnis en veroordeeld de hoofddocent tot betaling van een bedrag van € 35.587,- De hoofddocent stelt als middel in cassatie dat het Hof bij de beoordeling geen rekening heeft gehouden met het voordeel dat WU heeft genoten door zogenoemde ontvangen WBSO-inkomsten à € 12.581,16. Deze inkomsten moeten worden verrekend met de door de werkneemster te vergoeden schade. De Hoge Raad acht dit juist en dit bedrag komt in mindering op het bedrag van € 35.587,- Hiermee resteert een te vergoeden bedrag van de hoofddocent aan WU van € 23.005,84.

Beschouwing
Als iemand schade veroorzaakt, kan dat voor de benadeelde ook een ‘voordeel’ opleveren. Denk aan bijvoorbeeld aan de ontvangst van een uitkering. De partij die de schade heeft veroorzaakt kan stellen dat de schadevergoeding moet worden verminderd met het voordeel dat de benadeelde heeft ontvangen. Dit wordt het leerstuk van voordeelstoerekening genoemd (artikel 6:100 BW). Het arrest ABB/TenneT heeft de 2 vereisten geformuleerd op basis waarvan voordeel kan worden verrekend met het nadeel. Van wie het voordeel is verkregen, is daarbij niet relevant.

Voordeelstoerekening zien wij met name terug bij het regelen van letselschades, waarbij een werkgever aansprakelijk te houden is voor de schade. Bij ‘werknemeraansprakelijkheidskwesties’ zien wij dit leerstuk nagenoeg niet terug. Toch komt het ingevolge het arrest van de Hoge Raad voor. Wat mij betreft had deze (langslepende) zaak eerder door het Hof kunnen worden afgerond, maar het is goed om te zien dat de Hoge Raad bevestigt dat ook in geschillen waarbij de ambtenaar/werknemer aansprakelijk is de voordelen kunnen worden verrekend met de nadelen. Onder de omstandigheden toch een ‘meevaller’ voor de hoofddocent, denk ik zo.

Auteur: Maud de Bruijn

Next Post Previous Post