Is arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd gewijzigd in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd?

Werknemer vordert €60.000 aan salaris omdat hij van oordeel is dat zijn arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd niet is geëindigd, maar is gewijzigd in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Lees hier de uitspraak.

Werknemer is op 5 februari 2018 in dienst getreden op basis van arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd tot 5 oktober 2018. De arbeidsovereenkomst is verlengd met twaalf maanden tot 5 oktober 2019. Vervolgens is de arbeidsovereenkomst nogmaals verlengd tot en met 4 april 2020. Bij brief van 25 februari 2020 heeft werkgever aan werknemer laten weten dat zijn dienstverband niet wordt verlengd.

Werknemer is het hier niet mee eens en stelt dat de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd is gewijzigd in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Dit zou volgens werknemer onder meer blijken uit de cao Bouw & Infra die in de periode van 27 februari 2019 tot en met 31 december 2019 en de periode van 21 november 2020 tot en met 31 december 2020 algemeen verbindend was verklaard. In deze cao staat een artikel opgenomen waarvan kort gezegd de strekking is dat als een keten meer dan 24 maanden heeft geduurd met ingang van de eerstvolgende dag de laatste arbeidsovereenkomst wordt aangemerkt als een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.

De kantonrechter is echter van oordeel dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen van rechtswege is geëindigd op 5 april 2020 en dus na die datum niet voortduurt. De keten van de drie arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd heeft een totale duur van 26 maanden. Op 1 januari 2020 is de Wet arbeidsmarkt in balans in werking getreden (hierna: Wab). Als gevolg hiervan geldt niet meer dat een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd na verloop van 24 maanden wijzigt in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd maar pas na verloop van 36 maanden. Deze wijziging heeft onmiddellijke werking. Dit betekent dat op een arbeidsovereenkomst die eindigt op of na 1 januari 2020 een ketenbepaling van 36 maanden van toepassing is, ook als de arbeidsovereenkomst is aangegaan vóór 1 januari 2020. Om deze reden oordeelt de kantonrechter dat de keten van arbeidsovereenkomst op 5 april 2020 nog geen 36 maanden had geduurd maar 26 maanden.

Werknemer heeft daarnaast een beroep gedaan op de cao waarbij werd afgeweken van de wettelijke ketenbepaling. In de cao stond opgenomen dat na 1 januari 2020 de ketenbepaling van 24 maanden juist bleef gelden. Ook deze stelling biedt de werknemer geen soelaas. Partijen waren het met elkaar eens dat zij alleen gebonden zijn aan de cao vanwege de algemeen verbindend verklaring. In de arbeidsovereenkomst stond geen incorporatiebeding waaruit zou blijken dat de cao Bouw & Infra van toepassing zou zijn en partijen zijn ook niet aan deze cao gebonden door lidmaatschap van een werknemers- of werkgeversvereniging. Om deze reden oordeelt de kantonrechter dat de cao op 5 april 2020 niet van toepassing was op partijen nu geen sprake meer was van een algemeen verbindend verklaarde cao. In aanvulling daarop merkt de rechter op dat een algemeen verbindend verklaarde cao geen nawerking heeft. Tot slot is het opmerkelijk dat werknemer pas ruim 1 jaar en 3 maanden nadat zijn arbeidsovereenkomst eindigde een dagvaarding heeft ingediend. Het is niet bekend waarom de werknemer dit heeft gedaan.

Heeft u naar aanleiding van het voorgaande vragen? Neem gerust contact met ons op.

Auteur: Saffira van Wijk

Next Post Previous Post