Let op bij de formulering van de dringende reden bij een ontslag op staande voet

Feiten en omstandigheden
Werknemer is in 1982 in dienst getreden bij van Fujitsu Technology Solutions B.V. (hierna: Fujitsu) en was ten tijde van zijn ontslag dus 39 jaar in dienst bij Fujitsu. Op de arbeidsovereenkomst is de Personeelswijzer van Fujitsu van toepassing verklaard. Op 25 mei 2021 heeft zich een incident voorgedaan tussen werknemer en een vrouwelijke collega van werknemer (hierna: mevrouw X) Werknemer heeft mevrouw X geprobeerd te kussen. Mevrouw X heeft zich daarna beklaagd bij Fujitsu. Diezelfde dag hebben twee HR medewerkers werknemer uitgenodigd voor een gesprek. In dit gesprek hebben partijen gesproken over het incident. De volgende dag heeft een tweede gesprek tussen partijen plaatsgevonden waarin aan werknemer is medegedeeld dat hij op staande voet wordt ontslagen. Op 27 mei 2021 heeft Fujitsu het ontslag op staande voet per brief aan werknemer bevestigd.

Werknemer heeft het ontslag op staande voet bij de kantonrechter aangevochten. De kantonrechter heeft geoordeeld dat het ontslag op staande voet terecht is gegeven. Werknemer is vervolgens in hoger beroep gegaan.

Oordeel van het hof
Het hof moet de vraag te beantwoorden of de poging van werknemer om mevrouw X op de mond te kussen een dringende reden vormt voor beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Bij deze beoordeling is de opzeggingsbrief bepalend. Fujitsu heeft in de procedure aangevoerd dat werknemer zich niet heeft gehouden aan de 1,5 meter regel, maar heeft dit niet als zelfstandige reden voor het ontslag op staande voet in de opzeggingsbrief benoemd. Dit argument kan dan ook niet slagen.Ook als een kus in COVID-19 tijden niet toelaatbaar zou zijn, dan is de schending van de COVID-richtlijnen met betrekking tot de anderhalve meter - die onvermijdelijk het gevolg is van deze kus - niet zodanig ernstig is dat deze op zichzelf een ontslag op staande voet rechtvaardigt.

Vervolgens komt het hof toe aan de vraag of sprake is geweest van seksuele intimidatie aan de kant van werknemer. Van seksuele intimidatie is sprake bij gedrag, met een seksuele connotatie, dat als doel of gevolg heeft dat de waardigheid van de persoon wordt aangetast. Vaststaat dat werknemer heeft geprobeerd zijn collega te kussen en dat deze poging is geslaagd. Werknemer heeft dit namelijk erkend. Hij heeft echter betwist dat hij haar op de mond wilde kussen. Werknemer heeft het standpunt ingenomen dat hij mevrouw X op de wang wilde kussen. Het hof stelt hierbij voorop dat tussen partijen vaststaat dat werknemer zijn collega niet op de mond heeft gekust. In de ontslagbrief wordt werknemer verweten dat hij heeft gepoogd zijn collega op de mond te zoenen. Nu dit laatste uitdrukkelijk door werknemer wordt betwist, dient dit concrete feit (de poging tot het kussen op de mond) te worden bewezen. In beginsel rust de bewijslast van de dringende reden op de werkgever. Voordat het hof tot een oordeel kan komen of Fujitsu werknemer terecht op staande voet heeft ontslagen, wordt Fujitsu in de gelegenheid gesteld om te bewijzen dat werknemer zijn vrouwelijke collega heeft geprobeerd op de mond te kussen.

Beschouwing
Deze uitspraak van het hof laat zien hoe belangrijk het voor werkgevers is om de dringende reden voor het ontslag op staande voet zo ruim mogelijk te formuleren. Fujitsu is hiermee de mist in gegaan door het niet houden aan de 1.5 meter regel niet in de ontslagbrief als dringende reden te noemen en werknemer dit in de procedure wel te verwijten. Daarnaast heeft Fujitsu enkel de poging tot het kussen op de mond als dringende reden aangegeven in de ontslagbrief. Nu werknemer heeft betwist dat hij zijn vrouwelijke collega op de mond heeft geprobeerd te kussen, is het aan Fujitsu om dit te bewijzen. Het had dan ook op de weg van Fujitsu gelegen om de dringende reden in de ontslagbrief ruimer te formuleren.

Heeft u een werknemer die u op staande voet wilt ontslaan en wenst u ondersteuning bij het opstellen van de ontslagbrief en de daarin op te nemen dringende reden? Neem dan vooral contact met mij op!

U leest de uitspraak hier.

Auteur: Emma Eijkelenboom

Next Post Previous Post