Arbeidsovereenkomst wordt ontbonden wegens wanprestatie terwijl werknemer al op staande voet is ontslagen

Werknemer is op 1 november 2017 in dienst getreden bij Wooncompas. Op de arbeidsovereenkomst is de cao Woondiensten van toepassing waaruit blijkt dat voor het verrichten van nevenwerkzaamheden toestemming van de werkgever nodig is. Met ingang van 1 juni 2019 is werknemer voor de duur van één jaar in dienst getreden bij Stichting Mooiland (hierna: Mooiland), met een arbeidsomvang van 32 uur per week. Deze arbeidsovereenkomst is van rechtswege geëindigd. Op 4 oktober 2019 heeft werknemer zich ziekgemeld bij Wooncompas. Werknemer heeft van 14 april 2020 tot 1 juni 2020 gedurende 8 uur per week als zzp-er werkzaamheden verricht voor Stichting Wooninvest (hierna: Wooninvest). Per 1 juni 2020 is werknemer bij Wooninvest in dienst getreden, met een arbeidsomvang van 36 uur per week. De arbeidsovereenkomst tussen Wooninvest en werknemer is via een vaststellingsovereenkomst geëindigd.

Wooncompas heeft werknemer op 20 juli 2020 op staande voet ontslagen, omdat hij gedurende de periode van 1 juni 2019 tot 1 juni 2020 twee dienstverbanden had voor in totaal 68 uur per week en vanaf 1 juni 2020 drie dienstverbanden had voor in totaal 104 uur per week. De werknemer heeft bovendien sinds zijn ziekmelding op 4 oktober 2019 de bedrijfsarts niet geïnformeerd over zijn andere dienstverbanden, wat volgens Wooncompas in strijd is met goed werknemerschap.

Wooncompas heeft de kantonrechter verzocht tot betaling van een gefixeerde schadevergoeding. Op 15 januari 2021 heeft de kantonrechter kortweg geoordeeld dat het ontslag op staande voet rechtsgeldig is gegeven en dat de werknemer een gefixeerde schadevergoeding moet betalen. Werknemer heeft hiertegen hoger beroep in gesteld, maar het hof heeft de beschikking van de kantonrechter bekrachtigd. Volgens het hof is werknemer namelijk structureel en in ernstige mate tekortgeschoten in de nakoming van de verplichtingen die voor hem voortvloeien uit de arbeidsovereenkomst, zowel voorafgaand aan als de ziekmelding. Er was dan ook sprake van een dringende reden voor een ontslag op staande voet en werknemer heeft ernstig verwijtbaar gehandeld.

Wooncompas vordert daarnaast ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van artikel 7:686 BW. De rechter merkt op dat de Hoge Raad in algemene zin heeft geoordeeld dat beëindiging van de arbeidsovereenkomst door opzegging in beginsel niet aan de toewijsbaarheid van de vordering tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst in de weg staat. De kantonrechter is daarom van oordeel dat een reeds beëindigde arbeidsovereenkomst alsnog kan worden ontbonden wegens ernstige wanprestatie. Wooncompas heeft naar het oordeel van de kantonrechter een voldoende belang bij de gevorderde ontbinding omdat de ontbinding niet alleen gevolgen voor de toekomst heeft maar ook omdat partijen bevrijd worden van verdere verplichtingen, ook voor het verleden. De ongedaanmakingsverbintenis als gevolg van de ontbinding werkt immers terug tot het aanvangsmoment van de wanprestatie. Deze ontbinding heeft dus geen terugwerkende kracht, maar heeft tot gevolg dat voor partijen een ongedaanmakingsverplichting ontstaat. Deze verplichtingen zien op de periode tussen de tekortkoming en de ontbinding. De tekortkoming is aangevangen op het moment dat werknemer in dienst trad bij Mooiland en zich ziek meldde op 4 oktober 2019. Werknemer moet dan ook aan Wooncompas €43.766,50 aan loon terugbetalen.

Diezelfde dag heeft dezelfde rechter ook uitspraak gedaan in de zaak van Mooiland en werknemer in kwestie. De rechter oordeelde in deze uitspraak op vergelijkbare wijze (ECLI:NL:RBDHA:2023:4727). In deze zaak moet de werknemer aan Mooiland €37.552,80 aan loon terugbetalen. In totaal moet de werknemer dan ook een fors bedrag ter waarde van €81.139 terugbetalen.

Voor werkgevers biedt deze uitspraak mogelijkheden om (loon)betalingen van een werknemer terug te vorderen indien bijvoorbeeld verrekening bij het einde van het dienstverband geen soelaas biedt. Daarbij zal de werkgever wel de rechter moeten overtuigen dat sprake is van een ernstige wanprestatie.

Heeft u naar aanleiding van het voorgaande vragen? Neem gerust contact met ons op.

Lees hier de uitspraak.

Auteur: Saffira van Wijk

Next Post Previous Post