Hoogste billijke vergoeding tot nu toe?

auteur: Maud de Bruijn

In een gisteren gepubliceerde uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant is – voor zover mij bekend – de hoogste billijke vergoeding tot nu toe toegekend.

De arbeidsovereenkomst van een statutair directeur wordt opgezegd zonder dat daarvoor een redelijke grond te noemen was.

Er was geen sprake van ernstig verwijtbaar handelen omdat vanaf de aanvang van het dienstverband op 1 juni 1997 tot de vergadering van de RvC op 15 april 2022 werkgever steeds positief was jegens de bestuurder over zijn functioneren. In juli 2020 hebben partijen nog afspraken gemaakt over hun intentie om het dienstverband vijf jaar voort te zetten. Op grond van die omstandigheden was er tot 15 april 2022 geen aanleiding voor de bestuurder om te bedenken dat zijn communiceren of leidinggeven ontoelaatbaar was voor werkgever. Verder heeft de bestuurder een rapport overgelegd waaruit blijkt dat bij werkgever sprake was van een angst- en zwijgcultuur, een gevoel van intimidatie, een directieve stijl van leidinggeven en een te hoge werkdruk. En dat is niet weerlegd door de werkgever.

Er is geen sprake van disfunctioneren want de werkgever had de bestuurder dan moeten wijzen op het tekortschieten in zijn functioneren en hem de gelegenheid moeten bieden om het functioneren te verbeteren. Dat is niet gedaan.

Er is geen sprake van een verschil van inzicht omdat als de werkgever na een melding van de medewerkers van de afdeling Commercie in maart 2022 concludeerde dat de wijze van communiceren en leidinggeven van de bestuurder moest veranderen, dat op zichzelf nog niet betekent dat er een onoverbrugbaar verschil van inzicht was. Daarover had de werkgever in overleg moeten gaan met de bestuurder en zij had hem de mogelijkheid moeten geven om zijn wijze van communiceren en leidinggeven te verbeteren.

Er was geen sprake van een verstoorde arbeidsverhouding, want de bestuurder had een time-out gekregen en hij was vervolgens niet meer tot het werk toegelaten. Vervolgens is uitsluitend ingezet op beëindiging van de arbeidsovereenkomst, terwijl de werkgever juist in overleg had moeten treden om de mogelijkheden van verbetering te onderzoeken, desnoods met bijvoorbeeld de bijstand van een buitenstaander zoals een mediator.

Gelet hierop heeft de bestuurder recht op een billijke vergoeding.¹ De rechtbank bepaalt deze vergoeding op €670.000,- Hierin zijn de volgende elementen opgenomen:

  • Inkomensschade van € 590.023,84 bruto. Dit is het verschil tussen het loon dat de bestuurder zou hebben ontvangen als de arbeidsovereenkomst zou zijn voortgezet (zeker nog 5 jaar, want dat hadden partijen uitgesproken in 2020) inclusief bonussen en het geschatte inkomen waarop hij nu is aangewezen.
  • Pensioenschade € 74.184,00 bruto.
  • Totaal €664.207,84 bruto. Omdat het hierbij om een schatting gaat, wordt de billijke vergoeding alles afwegende afgerond op €670.000,- bruto.

Beschouwing
Het laatste ‘record’ van een toegekende billijke vergoeding stamt uit 2018 en bedraagt €628.000,- Zie de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland. In 2019 is nog een billijke vergoeding van € 1.026.449,08 toegekend aan de creative director van Talpa, maar dat is later teruggedraaid.

Ben benieuwd of er misschien nog niet-gepubliceerde uitspraken bekend zijn waarin een hogere billijke vergoeding is toegekend. Laat het mij dan vooral weten!

Auteur: Maud de Bruijn

¹ U vraagt zich misschien af waarom het ontslag niet wordt teruggedraaid zodat de statutair bestuurder weer aan het werk kan gaan. Kort samengevat is dit omdat het ontslag van een statutair bestuurder ‘simpel’ gegeven kan worden met een ontslagbesluit. Dit valt niet terug te draaien. Arbeidsrechtelijk heeft dit tot gevolg dat enkel een billijke vergoeding kan worden toegekend als het ontslag onterecht blijkt te zijn gegeven.

Next Post Previous Post