Werknemers: let op de vervaltermijn bij alle vergoedingen!

In een uitspraak van de kantonrechter te Gouda stapte een werknemer naar de rechter om verschillende vergoedingen te vorderen ter compensatie van de onregelmatige opzegging van zijn arbeidsovereenkomst.

Wat speelde er?
Werknemer is op 22 maart 2021 voor de duur van zeven maanden in dienst getreden bij werkgever: J&S Schoonmaak B.V.. De arbeidsovereenkomst is sindsdien tweemaal verlengd. De laatste functie die werknemer vervulde, is die van glazenwasser.

Werkgever heeft werknemer op 1 september 2022 via Whatsapp het volgende bericht: ‘Contract wordt niet verlengd, liep gister af, spullen inleveren en dan staan we quit’. Na deze datum is geen uitvoering meer gegeven aan het dienstverband. De werknemer heeft berust in de beëindiging van de arbeidsovereenkomst. De werkgever heeft het einde van het dienstverband afgerekend tegen 22 oktober 2022. Werkgever heeft vervolgens in november het salaris van september en oktober en de transitievergoeding aan werknemer voldaan.

Bij de kantonrechter verzoekt werknemer in deze zaak werkgever te veroordelen tot betaling van een billijke vergoeding ter hoogte van twee jaarsalarissen, een (hogere) transitievergoeding en een vergoeding wegens onregelmatige opzegging (een zogenoemde gefixeerde schadevergoeding). De vergoeding wegens onregelmatige opzegging is pas later na vermeerdering en wijziging van het verzoek verzocht. De onregelmatige opzegging staat in deze uitspraak centraal.

Oordeel kantonrechter
De kantonrechter is van oordeel dat het verzoek om de gefixeerde schadevergoeding niet-ontvankelijk is nu het verzoek hiertoe niet binnen de vervaltermijn van twee maanden is ingediend. Deze vergoeding is namelijk later dan de andere vergoedingen verzocht.

De kantonrechter gaat echter wel in op de al dan niet onregelmatige opzegging van de arbeidsovereenkomst. De kantonrechter is van mening dat de werknemer het Whatsapp-bericht van werkgever heeft mogen opvatten als een opzegging van de arbeidsovereenkomst. Met name dat werkgever werknemer heeft verzocht spullen in te leveren en dat zij daarna ‘quit staan’ acht de kantonrechter hierbij van belang. Hierdoor was niet slechts sprake van een mededeling dat de arbeidsovereenkomst niet werd verlengd, maar van een mededeling die gericht is op het direct beëindigen van de arbeidsovereenkomst. Daarnaast is niet gebleken dat werkgever met instemming van werknemer heeft opgezegd. Het voorgaande leidt ertoe dat de opzegging volgens de kantonrechter onregelmatig is.

Nu de transitievergoeding al bij de eindafrekening is uitbetaald en werknemer geen verweer heeft gevoerd tegen de berekening en hoogte van de transitievergoeding van werkgever, wordt het verzoek tot uitbetaling hiervan afgewezen.

De billijke vergoeding wordt wel toegewezen, al is dit een veel lager bedrag dan verzocht. Uit de wet volgt namelijk dat de kantonrechter op verzoek van de werknemer een billijke vergoeding kan toekennen, indien de werkgever heeft opgezegd in strijd met artikel 7:671 BW. Daarbij dient ook sprake te zijn van verwijtbaar handelen. Daarvan is hier sprake, omdat werkgever de arbeidsovereenkomst niet rechtsgeldig heeft opgezegd. De kantonrechter acht onder de gegeven omstandigheden het toekennen van een billijke vergoeding gelijk aan twee bruto maandsalarissen, een totaalbedrag van € 4.771,44 bruto, voldoende als compensatie voor de onregelmatige opzegging door werkgever. Hierbij achtte de kantonrechter van belang dat werkgever het loon inclusief eindafrekening en transitievergoeding tot en met 22 oktober 2022 aan werknemer heeft uitbetaald en werknemer inmiddels een nieuwe baan heeft.

Beschouwing
Hoewel de gefixeerde schadevergoeding ter compensatie van de onregelmatige opzegging hier dus werd afgewezen, is werknemer uiteindelijk wel gecompenseerd door middel van een billijke vergoeding. Uiteindelijk had dit in deze zaak simpelweg te maken met de vervaltermijn waaraan in geval van de billijke vergoeding wel is voldaan, maar in geval van de onregelmatige opzegging niet. Werknemer had dus geluk dat het verzoek voor de billijke vergoeding wel op tijd was ingediend.

Auteur: Rachel van der Horst

Next Post Previous Post