Gezagvoerder Ryanair ontbindt zijn arbeidsovereenkomst en heeft recht op een billijke vergoeding

auteur: Martijn Devilee


Het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft in zijn uitspraak van 6 februari 2020 geoordeeld dat Ryanair een billijke vergoeding verschuldigd is aan een van zijn gezagvoerders. Het bijzondere aan deze zaak is dat de gezagvoerder zelf heeft verzocht om ontbinding van zijn arbeidsovereenkomst. Het Hof geeft aan dat in een dergelijk geval alleen in uitzonderlijke situaties, waarin evident is dat de werkgever ernstig verwijtbaar heeft gehandeld of iets heeft nagelaten, ruimte is voor een billijke vergoeding.

Wat is er gebeurd?

De Vereniging Nederlandse Verkeersvliegers (VNV) heeft cao-onderhandelingen gevoerd met Ryanair. Nadat deze in augustus 2018 zijn vastgelopen, heeft de VNV collectieve stakingsacties aangekondigd en uitgevoerd. Bij brieven van 14 en 25 september 2018 heeft Ryanair aan VNV aangegeven dat als de vliegers blijven staken, Ryanair zal gaan reorganiseren waardoor arbeidsplaatsen komen te vervallen. Op 28 september 2018 is er nogmaals gestaakt. Ryanair heeft na de tweede staking daadwerkelijk toestemming gevraagd bij het UWV voor een collectief ontslag, hetgeen het UWV op 19 maart 2019 heeft geweigerd. De gezagvoerder heeft vervolgens verzocht om een ontbinding van de arbeidsovereenkomst onder toekenning van een billijke vergoeding. De kantonrechter heeft dit toegewezen. Ryanair is vervolgens in hoger beroep gegaan, voornamelijk vanwege het oordeel dat Ryanair zich ernstig verwijtbaar heeft gedragen jegens de gezagvoerder.

Billijke vergoeding

Ook het Hof oordeelt echter dat de arbeidsovereenkomst van de gezagvoerder mag worden ontbonden en dat hij recht heeft op een billijke vergoeding. Het Hof overweegt dat Ryanair laakbaar heeft gehandeld met als gevolg dat de verhoudingen tussen partijen zijn verstoord en Ryanair zich daarnaast onvoldoende heeft ingespannen om de verhoudingen te normaliseren, maar in plaats daarvan ervoor heeft gezorgd dat het conflict zich heeft weten te escaleren. Het Hof neemt Ryanair meerdere dingen kwalijk, maar het zwaartepunt lijkt te liggen op de dreiging die Ryanair op zijn werknemers heeft uitgeoefend. In de brieven van 14 en 25 september 2018 doet Ryanair het voorkomen dat sluiting van de basis (en het verval van alle daaraan gerelateerde arbeidsplaatsen in Eindhoven) de consequentie zou zijn van verdere stakingsacties. Daarmee heeft Ryanair het vertrouwen van de gezagvoerder als werknemer van Ryanair ernstig geschonden. Het stakingsrecht is een fundamenteel sociaal grondrecht. Door op een dergelijke onoprechte wijze te trachten een volgende staking te voorkomen, heeft Ryanair volgens het Hof in strijd met goed werkgeverschap gehandeld. Het ernstig verwijtbare handelen zit hem er dus niet in de sluiting van de basis in Eindhoven an sich, maar in de wijze waarop Ryanair deze sluiting als sanctie voor het staken presenteert. Het Hof is mede hierdoor van oordeel dat Ryanair evident ernstig verwijtbaar heeft gehandeld, waardoor de gezagvoerder aanspraak maakt op een billijke vergoeding.

Hoogte billijke vergoeding

Het Hof geeft partijen de gelegenheid om zich nader uit te laten over de hoogte van de billijke vergoeding. Partijen krijgen daar zes weken de tijd voor. Wordt dus vervolgd.

Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch 6 februari 2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:368

Auteur: Martijn Devilee

Next Post Previous Post