Werkgeveraansprakelijkheid (nog) niet vast komen te staan
Werkgeveraansprakelijkheid (nog) niet vast komen te staan
In de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 17 januari 2025 stond de vraag centraal of de werkgever aansprakelijk is voor de schade die werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden stelt te hebben geleden.
Feiten
Werknemer is per 1 juli 1988 in dienst bij de Stichting Centrum voor Vrijwillige en Professionele Maatschappelijke Dienstverlening (hierna: CvD). De eerste jaren werkte hij als portier en vanaf 2003 is nachtwaker. In de functie van nachtwaker moet werknemer in de nachtelijke uren de orde en rust bewaken in de nachtopvang van CvD waar mensen verbleven met een dubbele aandoening. De bewoners hadden een psychische diagnose én een alcohol- en/of drugsverslaving.
Op 6 december 2018 heeft werknemer zich ziekgemeld. In 2019 is werknemer gediagnosticeerd met PTSS en een persisterende depressieve stoornis. Ook is er een autisme spectrum stoornis vastgesteld. Na twee jaar ziekte is het dienstverband van werknemer met CvD door middel van een vaststellingsovereenkomst beëindigd.
Op 7 april 2021 heeft werknemer CvD aansprakelijk gesteld op grond van artikel 7:658 BW. CvD heeft de aansprakelijkheid van de hand gewezen. Werknemer baseert zijn vordering op het volgende. Hij heeft vanaf 2010 te maken gehad met een (forse) toename van het aantal en ook de ernst van de incidenten op werk. Deze incidenten hebben een grote impact op hem gehad. Het werk vergde steeds meer van hem en hij ontwikkelde gezondheidsklachten. Zo kreeg hij last van spanningen en een gevoel van onveiligheid. Hoewel hij bij CvD diverse meldingen heeft gedaan over de arbeidsomstandigheden en de klachten die hij ervoer, heeft CvD nagelaten daarop adequaat te reageren. Het is hem uiteindelijk te veel geworden en daarom heeft hij zich ziek moeten melden. De arbeidsovereenkomst is inmiddels beëindigd en niet te verwachten is dat werknemer in de toekomst nog in staat is om te werken. Werknemer stelt zich op het standpunt dat CvD aansprakelijk is voor de schade die hij heeft geleden en nog lijdt als gevolg van zijn werkzaamheden bij CvD. Hij is in de uitvoering van zijn werkzaamheden blootgesteld aan ernstige incidenten en als gevolg daarvan heeft hij psychische klachten ontwikkeld. CvD is volgens werknemer tekort geschoten in haar zorgplicht jegens hem door na te laten (afdoende) preventieve maatregelen te treffen en geen of nauwelijks gehoor te geven aan alle signalen die door hem zijn afgegeven.
Wat oordeelt de kantonrechter?
In dit geval zal beoordeeld moeten worden in hoeverre werknemer is blootgesteld aan voor de gezondheid gevaarlijke werkomstandigheden en of de bij werknemer vastgestelde psychische klachten daadwerkelijk een gevolg zijn geweest van de werkomstandigheden bij CvD.
Is werknemer blootgesteld aan voor de gezondheid gevaarlijke werkomstandigheden?
Naar het oordeel van de kantonrechter kan worden vastgesteld dar werknemer in de periode van 2013 tot en met 2018 weliswaar niet dagelijks, maar in ieder geval wel met enige regelmaat, met verbaal-, non-verbaal- en fysiek agressief gedrag van cliënten is geconfronteerd. Zo werd er onder meer geschreeuwd, gescholden, gedreigd, tegen ramen en deuren geslagen en vond er ook ongewenst fysiek contact plaats. Daarbij richtte dit gedrag zich zowel tot werknemer zelf als tot andere cliënten en collega’s van werknemer. Dit heeft één keer zelfs tot de dood van een collega geleid.
De kantonrechter oordeelt dat deze werkomstandigheden als schadelijk voor de gezondheid kunnen worden aangemerkt. Agressie is een vorm van ongewenst gedrag die valt onder de noemer psychosociale arbeidsbelasting. In artikel 3 lid 2 van de Arbeidsomstandighedenwet is vermeld dat werkgevers een beleid moeten voeren dat erop gericht is om agressie en geweld te voorkomen en medewerkers te beschermen tegen dit gedrag. Het (langdurig) blootgesteld worden aan geweld en agressie kan namelijk tot zowel psychische als lichamelijke klachten leiden en brengt werkstress en een gevoel van onveiligheid met zich. Bijkomende omstandigheid is in dit geval dat werknemer zijn werkzaamheden als nachtwaker (veelal) alleen verrichte, zodat er ook geen collega fysiek aanwezig was om op terug te vallen. Aannemelijk is dat daardoor het onveiligheidsgevoel van werknemer alleen maar verder versterkt is.
Zijn de gezondheidsklachten van werknemer een gevolg van zijn werkzaamheden bij CvD?
De kantonrechter is op basis van de thans voorliggende stukken van oordeel dat het causaal verband tussen de werkzaamheden en de PTSS en persisterende depressieve stoornis van werknemer vooralsnog niet zeker vaststaat en dat het verband tussen de gezondheidsschade en de arbeidsomstandigheden te onzeker en onbepaald is. De kantonrechter is van oordeel dat nader onderzoek nodig is naar het verband tussen de psychische klachten van werknemer en de arbeidsomstandigheden door benoeming van een onafhankelijk deskundige. Alvorens echter toe te komen aan een mogelijke benoeming van een deskundige, zal eerst het verweer van gedaagde, dat CvD haar zorgplicht jegens werknemer is nagekomen, worden beoordeeld. Indien dit verweer immers slaagt, is benoeming van een deskundige voor de vaststelling van het causaal verband niet zinvol meer.
Heeft CvD haar zorgplicht geschonden?
De kantonrechter is van oordeel dat vooralsnog niet is komen vast te staan dat CvD aan haar zorgplicht heeft voldaan. Dit baseert de kantonrechter op het volgende.
Juist in een geval als de onderhavige waarbij, zoals door werkgever zelf wordt gesteld, veel van de door werknemer genoemde voorbeelden inherent zijn aan het beroep als nachtwaker bij een instelling die opvang biedt voor mensen met psychische problemen, rust op CvD als werkgever de verplichting om een hoog veiligheidsniveau van de werkomstandigheden van haar werknemers te waarborgen.
Op grond van de stellingen van werkgever die door werknemer niet, althans onvoldoende gemotiveerd, zijn weersproken stelt de kantonrechter vast dat CvD in ieder geval afdoende preventieve maatregelen heeft getroffen ter bescherming van de veiligheid van werknemer. CvD heeft voorts onbetwist gesteld dat zij op het gebied van afhandeling van calamiteiten en nazorg diverse maatregelen heeft getroffen. Echter, op het gebied van het aanbod van proactieve nazorg is het onduidelijk of dit zo is. CvD heeft dit gesteld en dit is door werknemer gemotiveerd betwist. Werkgever heeft een bewijsaanbod gedaan en de kantonrechter ziet aanleiding om hen tot nadere bewijslevering toe te laten.
Slaagt CvD in het opgedragen bewijs, dan moet worden aangenomen dat zij voldaan heeft aan haar zorgplicht, zodat de vordering van werknemer afgewezen dient te worden. Slaagt CvD niet in het opgedragen bewijs, dan dient nader beoordeeld te worden of de PTSS en de persisterende depressieve stoornis van werknemer een gevolg zijn van de arbeidsomstandigheden bij CvD.
To be continued…
Auteur: Esmeralda de Jongh