Een tweeluik over het concurrentiebeding – deel 2 – werkgever vordert met succes een boete voor overtreding van het concurrentiebeding

auteur: Maud de Bruijn

Op 21 april jl. hebben zowel de rechtbank Rotterdam (uitspraak rechtbank) als het Hof Den Bosch een oordeel geveld over een geschil omtrent een concurrentiebeding. Het Hof Den Bosch heeft die dag zelfs 2 uitspraken gepubliceerd, één in kort geding (uitspraak rechtbank) en één in een bodemzaak (uitspraak rechtbank).

In de signalering van vorige week besprak ik de uitspraak van het Hof den Bosch van 23 maart 2021 (lees de signalering hier). Deze week bespreek ik het concurrentiebeding vanuit het oogpunt van werkgever waarbij ik de uitspraak van de rechtbank Rotterdam als voorbeeld zal nemen.

Rechtbank Rotterdam 16 april 2021, ECLI:NL:RBROT:2021:3246
Wat speelde er in deze zaak? De Oude Werkgever oefent een cargadoors-, expeditie- en bevrachtingsbedrijf uit, daaronder begrepen de afwikkeling van vervoersopdrachten van nationale en internationale opdrachtgevers, de opslag en doorvoer en gewone vervoer van goederen alsmede al hetgeen in de meest uitgebreide zin direct of indirect met het vorenstaande verband houdt. De werknemer was tot 1 mei 2018 als expediteur in dienst van de Oude Werkgever. In de overeengekomen arbeidsovereenkomst is onder meer het volgende concurrentiebeding opgenomen:

“Gedurende de dienstbetrekking, zomede gedurende een periode van twee jaar na de beëindiging van de dienstbetrekking, zal werknemer zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van werkgever geen activiteiten ondernemen binnen Nederland op welke wijze en in welke vorm dan ook, hetzij in dienstbetrekking, hetzij onder eigen naam, hetzij door middel van samenwerking met natuurlijke of rechtspersonen, welke gelijk, gelijksoortig of aanverwant zijn aan de activiteiten van werkgever, hieronder begrepen (financiële) deelname in en/of (in)directe zeggenschap over bedrijven welke gelijk zijn aan werkgever.’’

Op 23 augustus 2018 schrijft de Oude Werkgever aan de werknemer dat hij per 1 mei 2018 ontslag heeft genomen en in dienst is getreden bij de Nieuwe Werkgever, een concurrerend bedrijf. Dit is zonder voorafgaande schriftelijke toestemming niet toegestaan. De werknemer heeft de schriftelijke toestemming niet gekregen. De Oude Werkgever accepteert de indiensttreding niet en vordert de werknemer zijn werkzaamheden bij de Nieuwe Werkgever te staken en gestaakt te houden. De werknemer overtreedt hiermee het concurrentiebeding. Daarnaast is geconstateerd dat de werknemer meerdere klanten heeft meegenomen. De werknemer geeft geen gehoor aan de sommering van de Oude Werkgever waarop de laatste een kort geding procedure start.

De kantonrechter overweegt in kort geding dat de werknemer sinds 1 mei 2018 klanten ‘bedient’ op dezelfde markt. Zoveel is volgens de kantonrechter duidelijk. De werknemer betwist dit ook niet. Hiermee concurreert hij dus de Oude Werkgever en overtreedt daarmee sinds de dag dat hij uit dienst trad van de Oude Werkgever het overeengekomen concurrentiebeding. En als de werknemer het concurrentiebeding overtreedt, en dit doet hij, moet hij een boete van € 2.000,00 betalen en daarbovenop een boete van € 200,00 per dag voor iedere dag dat de overtreding na de mededeling van de ontdekking daarvan door werkgever doorloopt. In de brief van 23 augustus 2018 deelt de Oude Werkgever de ontdekking mee, zodat vanaf die datum tot 30 april 2019 (de laatste dag waarover de Oude Werkgever de boete vordert) 249 dagen zitten. De totale boete bedraagt daarom € 2.000,00 + (249 x € 200,00 =) € 49.800,00 = € 51.800,00.

De kantonrechter ziet geen reden om de boete te matigen. Dit is alleen aan de orde als ‘de billijkheid dit klaarblijkelijk eist’ (artikel 6:94 lid 1 BW), maar daar is geen sprake van. Het is weliswaar een flink bedrag aan boete dat de werknemer moet betalen, maar het concurrentiebeding is niet voor niets overeengekomen. De werknemer had zich daar simpelweg aan moeten houden of desnoods, om het oplopen van de boete te voorkomen, gehoor moeten geven aan de brief van 23 augustus 2018. Dit heeft hij niet gedaan. Ook in de vordering tot vernietiging van het concurrentiebeding krijgt de werknemer nul op het rekest.¹ Het concurrentiebeding is geografisch inderdaad nogal ruim, maar het speelt in deze zaak geen rol nu de Oude Werkgever in Barendrecht zit en de Nieuwe Werkgever in Albrandswaard. Dat het beding volledig brodeloos zou zijn, heeft de werknemer niet onderbouwd. Dat de werknemer ‘slechts’ bedrijfsadministratie deed bij de Oude Werkgever en daarom voor een concurrent van de Oude Werkgever geen toevoegde waarde heeft, strookt niet met het feit dat de werknemer nu medebestuurder is van de Nieuwe Werkgever. Het concurrentiebeding is in duur (twee jaar) wel lang, maar omdat de Oude Werkgever haar vordering beperkt tot één jaar en de termijn van twee jaar inmiddels voorbij is, ziet de kantonrechter niet in welk belang de werknemer er nog bij heeft het concurrentiebeding in duur tot één jaar te beperken.

De uitkomst van deze zaak is dat de werknemer, met rente, een boete aan de Oude Werkgever moet betalen van € 51.800,00 voor het overtreden van het concurrentiebeding.

Conclusie

Een harde les voor deze werknemer, maar zoals deze kantonrechter treffend verwoordt: Een boete moet je wel ‘voelen’, anders heeft het weinig zin deze aan een concurrentiebeding te verbinden. De werkgever zal op het moment dat hij constateert dat een ex-werknemer een overeengekomen concurrentiebeding overtreedt dus actief moeten handelen. Doet de werkgever dit niet, dan kan de ex-werknemer er (terecht) van uit gaan dat hij concurrerende werkzaamheden bij een nieuwe werkgever kan en mag verrichten. Tip: vertrekt een werknemer bij het bedrijf, wijs hem of haar expliciet op het overeengekomen concurrentiebeding. Mocht de (inmiddels ex-)werknemer het beding toch overtreden, spreek hem of haar daar dan op aan. Vanzelfsprekend helpen wij u hier graag bij.

Auteur: Maud de Bruijn

¹ De werknemer vordert dit in reconventie, een tegeneis die een gedaagde bij zijn conclusie van antwoord kenbaar maakt.

Next Post Previous Post