Kan een werkgever zelf een arbeidsovereenkomst ontbinden?

auteur: Maud de Bruijn

Het Hof Den Bosch (link ) heeft begin vorige maand een arrest gewezen over de beëindiging van een arbeidsovereenkomst en de daaruit voortvloeiende vorderingen. Merkwaardig detail: de werkgever is een advocatenkantoor. Wat was er aan de hand?

Een advocaat-stagiaire is op 2 september 2019 als juridisch medewerker in dienst getreden van het kantoor en op 14 februari 2020 als advocaat-stagiaire aan de slag gegaan. In 2020 volgt zij op verzoek van het kantoor een cursus taalvaardigheid. Eind maart 2021 is de stagiaire medegedeeld dat het kantoor niet verder met haar wil, omdat zij niet secuur werkt. De stagiaire heeft laten weten dat zij bij het kantoor wil blijven werken. In reactie daarop heeft het kantoor bevestigd niet verder te willen met de stagiaire, is haar loon opgeschort en is medegedeeld dat de nota van de beroepsopleiding niet wordt betaald. Vervolgens spreken partijen met de deken¹ over de taalvaardigheid en het niet secuur werken van de stagiaire en over het sluiten van een vaststellingsovereenkomst ter beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Hier is geen overeenstemming over bereikt.

Bij brief van 18 mei 2021 heeft het kantoor aan de stagiaire medegedeeld dat haar reactie aan de deken op het verslag, die in strijd met de waarheid is, een dringende reden geeft om de arbeidsovereenkomst per direct op te zeggen en dat het loon per 3 mei 2021 wordt opgeschort. Bij brief van 23 mei 2021 heeft het kantoor aan de stagiaire medegedeeld dat de arbeidsovereenkomst buitengerechtelijk is vernietigd/ontbonden, omdat zij haar gemakzucht en gebrek aan taalvaardigheid niet bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst heeft medegedeeld.

Vervolgens vraagt het kantoor de kantonrechter voor recht te verklaren dat het loon terecht is opgeschort, dat de stagiaire de opleidingskosten moet terugbetalen en dat er geen transitievergoeding en billijke vergoeding is verschuldigd. De stagiaire voert verweert dient tegenverzoeken/nevenverzoeken in. De kantonrechter heeft de verzoeken van het kantoor afgewezen, maar de arbeidsovereenkomst tussen partijen wel ontbonden onder toekenning van het achterstallig salaris, de transitievergoeding en een billijke vergoeding van €2.500,-. Het kantoor is in hoger beroep gegaan.

Het Hof bekrachtigt de beschikking van de kantonrechter. De door het kantoor aangevoerde feiten en omstandigheden rechtvaardigen geen loonopschorting. Daarnaast staat vast dat de stagiaire zich heeft verzet tegen de beslissing tot loonopschorting en dat zij op 17 mei uitdrukkelijk heeft meegedeeld beschikbaar te zijn om arbeid te verrichten.

Met een aantal grieven (argumenten in hoger beroep) betoogt het kantoor dat geen sprake meer was van een arbeidsovereenkomst tussen partijen en dat de kantonrechter ten onrechte tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst is overgegaan. Het advocatenkantoor voert daartoe aan dat het kantoor de arbeidsovereenkomst heeft vernietigd wegens dwaling of bedrog en/of dat de arbeidsovereenkomst van rechtswege is beëindigd door de schrapping van de stagiaire als advocaat van het tableau. Van dwaling is geen sprake en het beroep op bedrog is niet onderbouwd. Het kantoor heeft de arbeidsovereenkomst gesloten nadat de stagiaire bij het kantoor had gewerkt als juridisch medewerker, zodat het zich al gedurende vijf maanden een beeld heeft kunnen vormen over bijvoorbeeld haar taalbeheersing. Daarnaast kan het kantoor niet de ontbinding van een arbeidsovereenkomst zelf inroepen: alleen een rechter kan dit doen. Ook de uitschrijving van de stagiaire als advocaat (op eigen verzoek) is geen beëindiging van rechtswege, dan wel een overeengekomen ontbindende voorwaarde die zich voordoet.

De kantonrechter is er dus terecht vanuit gegaan dat nog sprake was van een arbeidsovereenkomst en dat om die reden de arbeidsovereenkomst kon worden ontbonden. De stagiaire had dus voldoende belang bij haar verzoeken. Dat betekent dat de loondoorbetalingsverplichting van het kantoor is blijven bestaan en dat stagiaire ook recht heeft op vakantietoeslag, de transitievergoeding en de billijke vergoeding. Ook hoeft de stagiaire de opleidingskosten niet terug te betalen, omdat het initiatief tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst bij het kantoor lag.

Beschouwing
De vraag of een werkgever zelfstandig kan besluiten een arbeidsovereenkomst eenzijdig te ontbinden, is een vraag die gelet op ons wettelijk stelsel vrij eenvoudig te beantwoorden is: nee, een werkgever kan dat niet doen. De tussenkomst van een rechter is altijd nodig om een arbeidsovereenkomst rechtsgeldig te kunnen ontbinden. Ontbindt de werkgever wel eenzijdig, dan heeft dit geen rechtskracht en kan hij rekenen op het betalen van een billijke vergoeding vanwege ernstig verwijtbaar handelen. Het is overigens onder omstandigheden wel mogelijk om een arbeidsovereenkomst te vernietigen vanwege dwaling of bedrog – dit is iets anders dan het ontbinden van een arbeidsovereenkomst – maar die uitzonderlijke situaties doen zich nagenoeg niet voor.

Je zou zeggen dat deze kennis bij een advocatenkantoor mag worden verondersteld. Waar het in deze zaak precies is misgegaan, zal waarschijnlijk nooit duidelijk worden.

Auteur: Maud de Bruijn

¹ Deze deken houdt op grond van de Advocatenwet toezicht op de advocaten die kantoor houden binnen het arrondissement (artikel 45a Advw) en behandelt klachten over advocaten (artikel 46c Advw).

Next Post Previous Post