Ontslag van werknemer wegens seksueel grensoverschrijdend gedrag bij een stagiaire

Feiten
Werknemer is sinds 1 augustus 2018 bij werkgeefster, een zorginstelling, in dienst. Op 4 november 2021 heeft de stagebegeleidster bij de leidinggevende van werknemer aangegeven dat een stagiaire aan haar heeft verteld dat werknemer handtastelijk is geweest tijdens een autorit vanaf een door hen bezochte cliënt naar kantoor. Op 4 november 2021 is werknemer op non-actief gesteld vanwege een klacht. De volgende dag heeft de stagiaire het incident aan de leidinggevende gemeld. Vervolgens heeft de stagiaire een schriftelijke verklaring opgesteld over hetgeen volgens haar is voorgevallen tijdens de autorit op 6 oktober 2021. Onder andere heeft zij verklaard dat werknemer haar herhaaldelijk heeft aangeraakt op haar nek, schouders en been, hoewel zij had aangegeven hier niet van gediend te zijn. Op 5 november 2021 heeft er een gesprek plaatsgevonden met werknemer. Werknemer heeft aangegeven dat de stagiaire met hem in de auto is meegereden en hij dat achteraf niet – zonder aanwezigheid van een derde persoon – had moeten doen.

Werkgeefster heeft ontbinding van de arbeidsovereenkomst verzocht. De kantonrechter heeft geoordeeld dat werkgeefster is geslaagd in haar bewijs dat werknemer seksueel overschrijdend gedrag heeft vertoond richting de stagiaire. De arbeidsovereenkomst is ontbonden op de e-grond. Werknemer komt tegen de beschikking in hoger beroep.

Oordeel
Werknemer heeft in hoger beroep aangevoerd dat de verklaring van werknemer ongeloofwaardig is. Het hof ziet dat anders. Uit de verklaring blijkt namelijk dat werknemer seksueel ongepaste gedrag heeft vertoond. De schriftelijke verklaring komt ook overeen met haar verklaring tijdens het getuigenverhoor. Beide verklaringen worden op wezenlijke onderdelen ook bevestigd door de verklaring van haar moeder, de stagebegeleider en de leidinggevende. Dat de verklaringen op elkaar zouden zijn afgestemd, zoals werknemer stelt, is onvoldoende onderbouwd. Hoewel de verklaringen ‘van horen zeggen’ zijn, neemt dat niet weg dat uit de verklaringen blijkt dat de stagiaire over het incident consistent heeft verklaard. Het hof hecht bovendien waarde aan de verklaring van de stagebegeleider die verklaart dat zij met de stagiaire in gesprek is gegaan, omdat zij merkte dat de stagiaire angst uitstraalde en was veranderd.

Aan de tegengestelde verklaring van werknemer wordt voorbij gegaan. Die verklaring vindt weliswaar enige steun in de verklaring van zijn echtgenote, maar haar verklaring is buitengewoon weinig gedetailleerd over hoe de autorit van werknemer met de stagiaire zou zijn verlopen. Dat de stagiaire leugenachtig zou hebben verklaard om werknemer ‘een loer te draaien’ en ‘wraak’ te nemen, overtuigt niet. De stagiaire heeft immers niet uit zichzelf een melding gedaan, maar pas nadat de stagebegeleider vragen aan haar had gesteld.

Het hof is van oordeel dat de arbeidsovereenkomst terecht is ontbonden. Gelet op de ernst van deze gedragingen, het aanhoudend karakter daarvan – werknemer heeft zijn onacceptabel seksueel grensoverschrijdend gedrag niet aangepast nadat hij daar door de stagiaire op was aangesproken – en de omstandigheid dat werknemer zich (dus) kennelijk niet bewust is van de ernst van zijn gedragingen, althans die gedragingen bagatelliseert, kan van werkgeefster, die immers ook zorg dient te dragen voor een veilige werkomgeving van haar andere werknemers, niet worden gevergd dat de arbeidsovereenkomst met werknemer nog langer voortduurt. Het handelen van werknemer is bovendien ernstig verwijtbaar. De handelwijze van werknemer is niet alleen seksueel grensoverschrijdend maar heeft zich bovendien gemanifesteerd binnen een machtsverhouding. De bestreden beschikking wordt bekrachtigd.

U leest de uitspraak hier.

Auteur: Emma Eijkelenboom

Next Post Previous Post