Het schorsen van een concurrentiebeding: het recht op vrije keuze van arbeid versus de belangen van de werkgever.

De rechtbank Noord-Holland oordeelt in deze zaak of het concurrentiebeding moet worden geschorst gelet op de belangen van de werknemer waaronder het recht op vrije keuze van arbeid.

Werkgever is een elektrotechnisch bedrijf dat elektrische installaties aan bedrijven en particulieren levert. In 2016 verrichtte de werknemer bij werkgever onder meer werkzaamheden in het kader van stage en vakantiewerk en vanaf 1 februari 2019 is hij in dienst als hoofdmonteur. In die hoedanigheid verricht de werknemer met enige regelmaat werkzaamheden voor de nieuwe werkgever. Werkgever en werknemer zijn een concurrentiebeding en een relatiebeding overeengekomen. De nieuwe werkgever heeft de werknemer een functie als toezichthouder gebouwgebonden installaties aangeboden (een baan met opleidingstraject).

Werknemer vordert in kort geding dat de kantonrechter het overeengekomen relatie- en concurrentiebeding schorst omdat hij een zwaarwegend belang heeft om bij de nieuwe werkgever in dienst te treden. In dat kader stelt de werknemer dat hij zijn positie kan verbeteren, doorgroeimogelijkheden heeft, dat de nieuwe werkgever geen concurrent is en geen reëel gevaar vorm voor concurrentie.

Werkgever vordert handhaving van het relatie- en concurrentiebeding omdat zij anders werk en omzet zal verliezen. De werkzaamheden die werknemer nu verricht gaan verloren omdat die werkzaamheden dan door de werknemer in dienst van de nieuwe werkgever worden verricht. Om deze reden wil werkgever haar bestaansrecht beschermen en het bedrijfsbelang weegt zwaarder dan het belang van de werknemer.

De kantonrechter oordeelt dat partijen het erover eens zijn dat werknemer het relatie- en concurrentiebeding overtreedt als werknemer in dienst treedt bij de nieuwe werkgever. Wel kan de kantonrechter het relatie- en concurrentiebeding schorsen indien werknemer door deze bedingen onbillijk wordt benadeeld. Hiervoor speelt de belangenafweging een belangrijke rol.

Het belang van werkgever is om de opgebouwde kennis, de bestaande relaties en de concurrentiepositie te beschermen (bedrijfsdebiet). Het is niet de bedoeling om een werknemer te binden vanwege het recht op vrije keuze van arbeid. Een relatie- en concurrentiebeding is ook niet bedoeld om concurrentie in het algemeen tegen te gaan. Een werkgever heeft dus belang bij een dergelijk beding als werknemer door zijn functie/werkzaamheden op de hoogte is van belangrijke commerciële/technische informatie, werkprocessen, strategieën en werknemer met die kennis de nieuwe werkgever een concurrentievoordeel geeft die werkgever anders niet zou hebben. Een ander belang kan zijn dat klanten overstappen naar de nieuwe werkgever.

De kantonrechter is van oordeel dat werknemer voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij een duidelijk belang heeft om bij de nieuwe werkgever in dienst te treden. Werknemer kan zich bij de nieuwe werkgever ontwikkelen in een andere functie en op termijn doorgroeien naar andere hogere gekwalificeerde functies. Deze mogelijkheid is er bij de huidige werkgever niet. Ook is het recht op vrije keuze van arbeid zwaarwegend omdat werknemer gelet op zijn leeftijd aan het begin van zijn carrière staat. Werkgever heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat werknemer door zijn functie beschikt over belangrijke informatie waarmee hij de nieuwe werkgever een concurrentievoordeel geeft die de nieuwe werkgever anders niet zou hebben gehad.

Ook heeft werkgever onvoldoende aannemelijk gemaakt dat zij werk en omzetverlies vreest en dat dit een zwaarwegend belang is. Werknemer zal vooral gaan werken als toezichthouder en zich beperkt bezighouden met onderhoudswerk. Bovendien zijn er nog drie andere monteurs van werkgever die al werkzaamheden verrichten voor de nieuwe werkgever. Verder heeft de nieuwe werkgever aan werkgever bevestigd dat indiensttreding van werknemer niet zal leiden tot een verlies van opdrachten voor werkgever. Dat geen garanties worden geboden, doet daar niets aan af omdat al jarenlang door partijen wordt gewerkt op basis van vertrouwen.

De kantonrechter concludeert dat werknemer door het overeengekomen relatie- en concurrentiebeding onbillijk wordt benadeeld en schorst dit beding voor zover het werknemer wordt verboden om bij de nieuwe werkgever in dienst te treden.

Heeft u naar aanleiding van het voorgaande vragen? Neem gerust contact met ons op.

Auteur: Saffira van Wijk

Next Post Previous Post