Zieke werknemer weigert re-integratieverplichtingen te verrichten

Werknemer is sinds 2018 in dienst bij de gemeente Rotterdam in de functie van parkeercontroleur/fiscaal medewerker B.

Op 27 september 2021 heeft werknemer zich volledig ziekgemeld. De leidinggevende van werknemer heeft hem veelvuldig geprobeerd te bereiken om zijn re-integratie te bespreken. Werknemer is op 5 oktober 2021 zonder berichtgeving niet verschenen voor een gesprek met zijn leidinggevende, ondanks dat hij hier meerdere malen nadrukkelijk toe was verzocht. Op 13 oktober 2021 zijn de leidinggevenden van werknemer persoonlijk op het woonadres bij werknemer langs geweest, maar er werd niet opengedaan. Telefonisch liet werknemer weten niet thuis te zijn en hij geen gesprek wilde voeren, omdat hij hiertoe mentaal niet in staat zou zijn.

Bij brief van 26 oktober 2021 heeft werkgever besloten om de uitbetaling van het loon op te schorten met ingang van 5 oktober 2021 voor zolang werknemer zich niet houdt aan de controlevoorschriften die bij werkgever gelden. Daarnaast is werknemer uitgenodigd voor een gesprek op 2 november 2021 met werkgever. Ook zou werknemer diezelfde dag een gesprek hebben met de bedrijfsarts. Bij beide afspraken is werknemer zonder bericht van verhindering niet verschenen.

Op 11 november 2021 bezoekt werknemer wel de bedrijfsarts. De bedrijfsarts oordeelt dat de werknemer kan re-integreren. Met werknemer is vervolgens op 12 november 2021 een gesprek gevoerd over het verrichten van re-integratie werkzaamheden. Tijdens dit gesprek heeft werknemer laten weten niet te kunnen werken en geen passende arbeid te willen verrichten. Desondanks besluit werknemer op 25 november 2021 alsnog passende werkzaamheden te gaan verrichten. Nadat de leidinggevende na 20 minuten terugkwam op de werkplek van werknemer bleek dat hij de computer op de grond had geduwd en dat werknemer zonder opgave van redenen was vertrokken.

Vervolgens heeft werknemer contact opgenomen met de praktijkondersteuner van de bedrijfsarts en is geadviseerd om werknemer na week 50 weer zijn re-integratie te laten hervatten. Bij brief van 21 december 2021 is werknemer gesommeerd om passende arbeid te hervatten op 22 december 2021. Ook is aangekondigd dat als werknemer niet verschijnt het loon wordt gestaakt, dat een deskundigenoordeel wordt gevraagd en dat als hieruit blijkt dat werknemer niet voldoet aan zijn verplichtingen werkgever de rechter zal verzoeken de arbeidsovereenkomst te ontbinden. Werknemer heeft het verrichten van passende arbeid niet hervat met als gevolg dat het loon is gestaakt.

Op 18 januari 2022 heeft de gemeente een deskundigenoordeel bij het UWV aangevraagd. Uit het deskundigenoordeel van het UWV blijkt dat de re-integratie-inspanningen van werknemer onvoldoende zijn. Werkgever heeft de rechter dan ook verzocht de arbeidsovereenkomst te ontbinden wegens ernstig verwijtbaar handelen van werknemer.

Werknemer verweert zich tegen de ontbinding van de arbeidsovereenkomst en stelt kortweg dat alles te maken heeft met zijn moeizame gezondheids- en thuissituatie. Werknemer woont samen met zijn moeder die kampt met Parkinson en Alzheimer. Door zijn thuissituatie en persoonlijke omstandigheden namen de klachten van werknemer alleen maar meer toe. Tot slot stelt de werknemer dat het enkele feit dat hij zijn re-integratieverplichtingen niet nakwam geen grond is voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst.

De rechter oordeelt dat de werkgever voldoende heeft onderbouwd dat werknemer zonder deugdelijke grond geen gehoor heeft gegeven aan de herhaalde verzoeken van de werkgever om zijn re-integratieverplichtingen na te komen. Meerdere malen heeft de werkgever de werknemer telefonisch en schriftelijk uitgenodigd voor een gesprek over de re-integratie, er is een loonopschorting en een loonstop toegepast. Werknemer was een gewaarschuwd mens. Bovendien onderschrijft het deskundigenoordeel van het UWV het feit dat de re-integratie inspanningen van werknemer onvoldoende zijn. De rechter vindt het feit dat werknemer mantelzorger is voor zijn moeder bewonderenswaardig, maar dit is geen reden om te weigeren om passende arbeid te verrichten en zijn re-integratieverplichtingen grovelijk te veronachtzamen. De rechter komt dan ook tot het oordeel dat werkgever voldoet aan de voorwaarden voor het ontbinden van de arbeidsovereenkomst van werknemer. Het opzegverbod tijdens ziekte staat niet aan ontbinding in de weg, nu dit verbod in deze situatie niet van toepassing is.

De rechter oordeelt dat sprake is van ernstig verwijtbaar handelen. De arbeidsovereenkomst wordt ontbonden waarbij geen rekening wordt gehouden met de opzegtermijn. Ook heeft de werknemer geen recht op een transitievergoeding.

Heeft u naar aanleiding van het voorgaande vragen? Neem gerust contact met ons op.
Lees hier de uitspraak.

Auteur: Saffira van Wijk

Next Post Previous Post