Mogelijkheden werknemer bij het tussentijds omzetten van een tijdelijk arbeidscontract in een vast dienstverband

In de Wet Flexibel Werken (hierna: WFW) is sinds 2022 in artikel 2b opgenomen dat de werknemer de mogelijkheid heeft de werkgever schriftelijk te verzoeken om een vorm van arbeid met meer voorspelbare arbeidsvoorwaarden. Op grond van dit artikel kan de werknemer bijvoorbeeld verzoeken dat zijn arbeidscontract, bestaande uit een wisselend aantal uren per week, wordt omgezet in een arbeidscontract waarbij hij elke week hetzelfde aantal uren werkt. Dit verzoek moet schriftelijk bij de werkgever worden ingediend. De werkgever moet vervolgens binnen een maand (indien hij tien of meer werknemers heeft) of binnen drie maanden (indien hij minder dan 10 werknemers heeft) schriftelijk en gemotiveerd op het verzoek beslissen. Doet hij dit niet, dan wordt de vorm van arbeid aangepast overeenkomstig het verzoek van de werknemer.

In hetzelfde kader kwam de volgende vraag bij Rechtbank Limburg aan de orde: kan de werknemer met een tijdelijk contract de werkgever schriftelijk om een vast contract vragen?

Feiten
Werkneemster is op 9 november 2021 in dienst getreden bij Coach Netherlands B.V. (hierna: Coach) als verkoopmedewerkster in de Stuart Weitzman winkel in Designer Outlet Roermond. Dit was oorspronkelijk voor de duur van zeven maanden, maar de arbeidsovereenkomst is twee keer verlengd voor bepaalde tijd. Het laatste contract liep tot en met 8 augustus 2023. Op 20 juni 2023, tijdens de looptijd van het laatste contract voor bepaalde tijd, heeft werkneemster Coach schriftelijk verzocht haar contract om te zetten in een overeenkomst voor onbepaalde tijd. Coach heeft op 7 juli 2023 schriftelijk aan werkneemster laten weten dat haar contract voor bepaalde tijd eindigt op 8 augustus 2023 en dat het niet zal worden verlengd, zodat deze dag haar laatste werkdag zal zijn. Na 8 augustus 2023 heeft werkneemster niet meer voor Coach gewerkt.

Desondanks verzoekt werkneemster de rechtbank in haar verzoekschrift van 29 oktober 2023 (binnengekomen bij de griffie van de rechtbank op 3 november 2023) het dienstverband met Coach te herstellen. Ter onderbouwing van haar verzoek wijst werkneemster op haar verzoek van 20 juni 2023 tot afgifte van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd in samenhang met artikel 2b leden 1 tot en met 3 WFW.

Oordeel
De rechtbank staat voor de vraag of artikel 2b WFW ook betrekking heeft op een verzoek van een werknemer aan de werkgever om een contract voor bepaalde tijd om te zetten in een contract voor onbepaalde tijd. Ter beantwoording van deze vraag wijst de rechtbank op overweging 36 van de preambule bij Richtlijn (EU) 2019/1152 inzake transparantie en voorspelbare arbeidsvoorwaarden, welke als volgt luidt: “Als werkgevers de mogelijkheid hebben om voltijdscontracten of arbeidsovereenkomsten van onbepaalde duur aan werknemers met atypische vormen van werk aan te bieden, moet in overeenstemming met de beginselen van de Europese pijler van sociale rechten een overgang naar zekerdere vormen van werk worden gestimuleerd”. Naar het oordeel van de rechtbank volgt hieruit dat artikel 2b WFW voor een werknemer ook de grondslag biedt om de werkgever te verzoeken een contract voor bepaalde tijd om te zetten in een contract voor onbepaalde tijd.

Coach had binnen een maand schriftelijk en gemotiveerd op het verzoek van werkneemster moeten reageren, aangezien zij over tien of meer medewerkers beschikt. Op 7 juli 2023 heeft Coach schriftelijk aan werkneemster bericht dat haar contract voor bepaalde tijd eindigt op 8 augustus 2023 en dat het niet zal worden verlengd, zodat deze dag haar laatste werkdag zal zijn. Coach stelt dat het hier gaat om een impliciete schriftelijke reactie op haar verzoek, inhoudende een afwijzing van dat verzoek. Naar het oordeel van de rechtbank is dit echter geen reactie op het verzoek van werkneemster tot afgifte van een arbeidscontract voor onbepaalde tijd. Aan haar verzoek wordt in dit schrijven immers helemaal niet gerefereerd, zodat enig verband niet kenbaar is. De reactie van Coach is kennelijk niet meer dan de verplichte schriftelijke mededeling ex artikel 7:668 lid 1 sub a BW. Coach heeft dus in het geheel niet gereageerd op het verzoek van werkneemster. Maar als het hier toch om de reactie op het verzoek van werkneemster zou gaan, dan voldoet het niet aan de eisen van de WFW nu hierin geen motivering voor het besluit is opgenomen. Nu Coach niet binnen de voorgeschreven termijn op de voorgeschreven wijze heeft gereageerd wordt ingevolge artikel 2b lid 3 WFW de vorm van de arbeid aangepast conform het verzoek van werkneemster, waardoor werkneemster met ingang van 20 juli 2023 een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd had met Coach. De volgende vraag is wat daarvan dan de gevolgen zijn.

Nu geen sprake meer was van een contract voor bepaalde tijd, instemming met de opzegging van de kant van werkneemster ontbreekt, er geen ontslagvergunning was verleend en de arbeidsovereenkomst evenmin is ontbonden door de kantonrechter is de beëindiging van de arbeidsovereenkomst per 8 augustus 2023 niet rechtsgeldig. Daar had werkneemster echter tegen op moeten komen binnen 2 maanden na het ten onrechte gegeven ontslag en dat is niet gebeurd. Haar verzoekschrift is immers binnengekomen bij de griffie van de rechtbank op 2 november 2023. Dat betekent dat de opzegging van de arbeidsovereenkomst niet meer aangetast kan worden. Overigens heeft werkneemster haar arbeid niet aangeboden aan Coach en is zij per 1 september 2023 in dienst getreden bij een andere werkgever in Designer Outlet Roermond. Het verzoek tot herstel van het dienstverband moet daarom worden afgewezen.

Beschouwing
Uit deze uitspraak van Rechtbank Limburg blijkt dat de werknemer op grond van artikel 2b WFW de vergaande mogelijkheid heeft de werkgever te verzoeken zijn bepaalde tijdscontract om te zetten in een contract voor onbepaalde tijd. Wil de werkgever een wijziging van het contract op grond van artikel 2b WFW voorkomen, dan is het van belang dat hij binnen een maand (bij tien of meer werknemers) of binnen drie maanden (bij minder dan 10 werknemers) schriftelijk en gemotiveerd op het verzoek beslist. Doet hij dit niet, dan wordt het bepaalde tijdscontract van rechtswege omgezet in een contract voor onbepaalde tijd.

U leest de uitspraak hier.

Auteur: Inge van Enkhuizen

Next Post Previous Post