Privacy werknemer bij gebruik internet: werkgever moet bij controle van het internet werknemer hierover eerst informeren.

Op 5 september 2017 heeft het Europees Hof voor de Rechten van de Mens een spraakmakende uitspraak gedaan over de privacy van een werknemer bij het gebruik van internet op de werkvloer.

De uitspraak

De werknemer heeft op verzoek van zijn werkgever een account aangemaakt bij Yahoo Messenger (chatprogramma) zodat hij kon reageren op vragen van klanten. Er gold bij de werkgever een bedrijfsreglement op grond waarvan de door de werkgever beschikbaar gestelde middelen zoals internet niet voor persoonlijke doeleinden gebruikt mochten worden. Het Yahoo Messengeraccount was dus enkel en alleen bedoeld voor zakelijke doeleinden. In de interne regels van de werkgever was echter niet opgenomen dat de werkgever de mogelijkheid had om het internetgebruik van de werknemer te controleren. De werknemer heeft het bedrijfsreglement gelezen en ondertekend. Voor de werknemer was het dus duidelijk dat de overtreding van deze regels gevolgen zou kunnen hebben.

De werkgever heeft van 5 tot 13 juli 2007 de chatgesprekken van de werknemer op Yahoo Messenger gecontroleerd. Tijdens het verantwoordingsgesprek is werknemer geïnformeerd dat zijn Yahoo Messenger was gecontroleerd en dat de werkgever bewijs had dat de werknemer tijdens werktijd zijn computer (in dit geval Yahoo Messenger) heeft gebruikt voor privédoeleinden. De werknemer heeft hierop laten weten dat hij Yahoo Messenger alleen heeft gebruikt voor werkgerelateerde doeleinden. Vervolgens heeft er nog een gesprek plaatsgevonden. Tijdens dit gesprek is de werknemer door de werkgever geconfronteerd met een uitdraai van zijn chatgesprekken. Deze gesprekken waren persoonlijk en intiem van aard.

Naar aanleiding van deze chatgesprekken is de werknemer ontslagen. Werknemer was van oordeel dat de werkgever een strafbaar feit heeft begaan, namelijk schending van eerbiediging van zijn privacy.

Het ontslag werd door de nationale rechters in stand gelaten. Vervolgens heeft de werknemer de zaak aanhangig gemaakt bij ‘the Chamber’ van het Europees Hof van de Rechten van de Mens (hierna: EHRM). Deze instantie van het EHRM heeft op grond van artikel 8 EVRM beoordeeld of er een goede balans is toegepast tussen het belang van de werknemer (private life) en het belang van de werkgever. The Chamber van het EHRM onderschrijft het standpunt van de nationale rechter dat de werknemer zich niet heeft gehouden aan het bedrijfsreglement door zijn computer voor privédoeleinden te gebruiken. Bovendien had de werkgever zichzelf toegang tot zijn chatgeschiedenis toegeëigend omdat de werkgever in de veronderstelling was dat hij gesprekken zou terugvinden van werknemer met klanten. De rest van de bestanden van werknemer zijn niet doorzocht. Tot slot is geoordeeld dat niet is gekeken naar de inhoudelijke gesprekken en dat de controle zich heeft beperkt tot het Yahoo account. Dit heeft tot gevolg gehad dat is beslist dat er geen sprake is van schending van artikel 8 EVRM.

Maar de werknemer heeft zich daar niet bij neergelegd en ging in beroep bij ‘The Court’ van het EHRM. Op grond van artikel 8 EVRM spelen naar het oordeel van The Court van het EHRM de volgende factoren een rol.

  1. Ten eerste is van belang of de werknemer op de hoogte is gesteld dat de werkgever maatregelen kan nemen om het internetgebruik te monitoren.
  2. Daarnaast moet duidelijk zijn wat de reikwijdte is van deze controle en in hoeverre er een inbreuk wordt gemaakt op de privacy van een werknemer.
  3. Er moet volgens het Hof onderscheid worden gemaakt tussen het enkele gebruik van Yahoo messenger voor privédoeleinden en de inhoud van de berichten.
  4. Van belang is of wat er door de werkgever wordt gecontroleerd. Gaat het om alle communicatiemiddelen of worden alleen bepaalde communicatiemiddelen gecontroleerd zoals Yahoo Messenger?
  5. Vastgesteld moet zijn hoe lang de periode van het controleren van het internetgebruik heeft geduurd.
  6. Hoeveel mensen hadden toegang tot de resultaten van deze controles?
  7. Had de werkgever een gerechtvaardigd belang om het internetgebruik van de werknemer te monitoren?
  8. Wat zijn de consequenties die de controles met zich meebrengen voor de werknemer?
  9. Waren er alternatieven voor handen waardoor er minder inbreuk zou worden gemaakt op het recht op privacy.

Het Hof is van oordeel dat de nationale rechters hebben nagelaten om vast te stellen of de werkgever de werknemer op de hoogte heeft gesteld van het feit dat zijn Yahoo messenger en dus zijn chatberichten werden gecontroleerd. Daarnaast is aan de werknemer niet duidelijk gemaakt wat de reden is geweest voor de controle en in hoeverre de controle een inbreuk heeft gemaakt op de privacy van de werknemer. Tot slot is niet nagegaan of er alternatieven voor handen waren die voor minder inbreuk zorgen op het recht van privacy. Het hof heeft dan ook geconcludeerd dat het recht op privacy is geschonden.

Werkgevers moeten dus op hun hoede zijn en kunnen niet zomaar overgaan tot het controleren van het internetgebruik van hun werknemers. Een bedrijfsreglement is en blijft heel belangrijk bij het bepalen van de mogelijkheden van een werknemer.

Van den Brekel advocaten heeft veel ervaring op het gebied van privacy op de werkvloer en kan u hierover adviseren of u helpen met het opstellen of aanpassen van een reglement.

Next Post Previous Post