Werkneemster weigert mee te werken aan haar re-integratie: verwijtbaar handelen

In deze zaak (ECLI:NL:RBZWB:2018:541), die speelde bij de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, ging het om een schoonmaakster, werkzaam bij CSU. In de periode 2014 – 2016 is werkneemster meerdere malen arbeidsongeschikt geweest en is haar verweten dat zij niet voldeed aan haar re-integratieverplichtingen, dan wel niet bereikbaar was voor haar leidinggevende.

Omdat het UWV bij de WIA-beoordeling tot de conclusie kwam dat werkneemster volledig arbeidsgeschikt was, is de WIA-uitkering geweigerd. CSU heeft werkneemster vervolgens opgeroepen om haar werkzaamheden te hervatten, waar zij gehoor aan heeft gegeven. Na ruim twee maanden heeft zij zich opnieuw ziekgemeld. Volgens de bedrijfsarts is er sprake is van tijdelijke beperkingen, maar kan werkneemster lichte werkzaamheden verrichten. Na twee weken kan zij haar eigen werk weer volledig hervatten.

Hoewel werkneemster het niet eens was met het advies van de bedrijfsarts en zowel door de bedrijfsarts en CSU op de mogelijkheid van een deskundigenoordeel is gewezen, heeft zij geen deskundigenoordeel aangevraagd. CSU heeft vervolgens aangepaste werkzaamheden aangeboden en geprobeerd om werkhervattingsafspraken met werkneemster te maken. Omdat werkneemster al vaker is gewaarschuwd voor een loonstop en zij alsnog weigert werkzaamheden te verrichten, heeft werkgever besloten het loon op te schorten. Vervolgens heeft CSU een deskundigenoordeel aangevraagd met betrekking tot de re-integratie inspanningen van werkneemster. Het UWV heeft geoordeeld dat de inspanningen van werkneemster niet voldoende zijn. Ondanks dit oordeel is werkneemster niet overgegaan tot werkhervatting.

CSU heeft de kantonrechter verzocht om de arbeidsovereenkomst van werkneemster te ontbinden vanwege (primair) verwijtbaar handelen en nalaten (‘e-grond’). Werkneemster is van oordeel dat zij wel bereid was om de werkzaamheden te verrichten maar dat deze werkzaamheden niet passend waren.

De kantonrechter is van oordeel dat er sprake is van verwijtbaar handelen op grond waarvan de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden. Ter onderbouwing wijst kantonrechter op het oordeel van de bedrijfsarts ten aanzien van de geschiktheid van werkneemster. Als werkneemster het hier niet mee eens was dan had zij een deskundigenoordeel moeten aanvragen. Bovendien is werkneemster meerdere malen opgeroepen om haar werkzaamheden te hervatten. Zelfs na een toegepaste loonstop heeft zij dit geweigerd. Pas ter zitting heeft zij aangegeven de werkzaamheden niet passend te vinden. De weigerachtige houding wordt aangemerkt als verwijtbaar handelen of nalaten. Volgens de kantonrechter valt niet in te zien wat CSU nog meer had kunnen doen om ervoor te zorgen dat werkneemster weer aan het werk zou gaan.

De kantonrechter oordeelt verder dat herplaatsing niet in de reden ligt vanwege het verwijtbaar handelen van werkneemster. Er hoeft ook geen rekening te worden gehouden met de opzegtermijn en de werkgever is geen transitievergoeding verschuldigd.

Heeft u ook een werknemer die niet meewerkt aan de re-integratie, neemt u dan contact met ons op voor een advies op maat.

Next Post Previous Post